Aan het begin van dit jaar schreef ik dat onder het kabinet Schoof (nog niet wetende dat het meervoud zou worden; kabinetten) aandacht voor de interbestuurlijke verhoudingen volledig van de radar was verdwenen. In de loop van dit jaar raakten de decentrale overheden ook danig gebrouilleerd met het Rijk. Onder aanvoering van de VNG werd heftig geprotesteerd tegen de voorgenomen bezuinigingen op het Gemeentefonds, onder de slogan van een naderend Ravijnjaar. Maar ondanks het voor zo’n nette organisatie als de VNG heftige protest gaf de regering geen krimp.
Na de verkiezingen zit menig bewindspersoon louter op de winkel te passen. Vandaar dat het toch een beetje als een verrassing kwam dat een door dit ministerie ingestelde studiegroep opeens met een stevig advies kwam voor het verbeteren van de interbestuurlijke verhoudingen.
Na lezing bekruipen mij vele, soms wat cynische gedachten. De eerste is dat in deze beleidsarme periode tussen verkiezingen en het aantreden van een nieuw kabinet de ambtenaren op dit thema het stuur hebben gegrepen. Aan veel van de teksten in het advies kan je voelen dat zij zich hebben zitten verbijten bij de teloorgang van de verhoudingen tussen het rijk en de decentrale overheden. Verder hebben de voorstellen een hoog ‘als het kalf verdronken is’ gehalte. Alles wat in deze kabinetsperiode verkeerd is gegaan moet voortaan anders. Nee, de decentrale overheden zijn geen uitvoeringskantoren, rijk en decentrale overheden gaan de maatschappelijke opgaven samen oppakken. En ja, daar moet een goede en verantwoorde financiële basis onder liggen. En als er verschillen van inzicht zijn, dan moeten er nette procedures zijn om daar in alle redelijkheid uit te komen.
Zo tuimelen allerlei goede voornemens over elkaar heen. Met geen van de voorstellen kan je het eigenlijk oneens zijn. Toch ben ik niet overtuigd. Veel van de goede voornemens worden al decennialang voorgesteld, zoals in bestuursakkoorden of in de Code voor Interbestuurlijke Verhoudingen. Veel hebben die niet opgeleverd. Waarom zou het nu opeens beter gaan?
Maar goed, laat ik positief eindigen. Het advies is een mooi initiatief om de problematiek van de in het slop geraakte interbestuurlijke verhoudingen op tafel bij de kabinetsformatie te krijgen. Dat konden die verhoudingen wel gebruiken.




Geef een reactie