Een ambtenaar van een gemeente had naast zijn 36-uurs functie bij de gemeente nog ruimte voor een baan als advocaat-stagiair. Toen de gemeente daar achter kwam werd de man ontslagen.
Volgens de ontslagen ambtenaar was zijn ontslag (mede) het gevolg van zijn melding van een misstand (klokkenluidersmelding). Hij vroeg onder meer om een billijke vergoeding en bescherming op grond van de Wet bescherming klokkenluiders (Wbk). De gemeente stelde daarentegen dat sprake was van verwijtbaar handelen, omdat de werknemer zonder toestemming als advocaat was gaan werken en zijn werkgever daar niet over had geïnformeerd.
Klokkenluidersmelding onvoldoende bewezen
Het hof concludeert dat de werknemer niet heeft aangetoond dat hij voorafgaand aan zijn schorsing en het ontslagverzoek daadwerkelijk bij de gemeente melding heeft gedaan van een vermoeden van een misstand in de zin van de Wbk. Weliswaar heeft hij kritische vragen gesteld, zorgen geuit over een project en het onderwerp besproken met leidinggevenden, maar er is geen bewijs geleverd dat hij formeel een ‘melding van een vermoeden van een misstand’ heeft gedaan. Getuigen konden deze melding niet bevestigen. Daarmee vindt het hof dat de vereiste bescherming van artikel 17e Wbk niet van toepassing is.
Verwijtbaar handelen door werknemer
De ambtenaar werkte naast zijn functie bij de gemeente langdurig als advocaat-stagiaire, een nevenfunctie waarvoor hij geen expliciete toestemming had gevraagd of gekregen. De omvang van beide functies (36 uur gemeente, 24 uur advocatuur) maakte het combineren ervan volgens het hof onverenigbaar en leidde tot een risico op belangenverstrengeling en overbelasting. De werknemer heeft volgens het hof verwijtbaar gehandeld door niet proactief te melden dat zijn werkzaamheden waren gewijzigd. Hoewel de leidinggevende bekend was met zijn opleiding en stage, had de werknemer voor zijn werk als advocaat-stagiair opnieuw specifiek toestemming moeten vragen.
Geen ernstig verwijt, wel einde dienstverband en aanpassing vergoeding
Het hof acht het handelen van de werknemer verwijtbaar, maar niet ernstig verwijtbaar in de zin van de wet. Daardoor wordt de arbeidsovereenkomst beëindigd, maar is geen sprake van ontslag op staande voet of het vervallen van de transitievergoeding. Wel wordt het bedrag van de vergoeding lager vastgesteld dan eerder door de kantonrechter.
Geef een reactie