Steeds meer gemeenten onderzoeken de komst van een centraal hulppunt tegen vrouwengeweld, naar het Rotterdamse voorbeeld Filomena. Hier kunnen slachtoffers zonder drempels terecht. Op dit moment zijn de instanties vaak nog erg versnipperd.
De versnippering maakt het voor slachtoffers lastiger om de juiste hulp te vinden. Ook moeten ze hun verhaal vaak bij iedere instantie opnieuw doen, wat het trauma kan vergroten. ‘Het kan niet dat een jonge vrouw zo vaak om hulp vraagt en niemand een totaalbeeld heeft’, zegt manager Tanya Hoogwerf tegen de NOS.
Het grote voordeel van een centraal hulppunt is dat hulpverlening, politie en juridische ondersteuning er samen onder één dak werken. Slachtoffers kunnen hier zonder verwijzing terecht en hoeven hun ervaringen niet meerdere keren opnieuw te delen. De verschillende instanties kunnen, indien nodig, dan direct schakelen.
Filomena
Voor veel gemeenten dient Rotterdam als voorbeeld. In 2018 werd de zestienjarige Hümeyra vermoord, ondanks dat ze meerdere malen contact zocht met de politie. Doordat de politie, het OM, de reclassering en het meldpunt huiselijk geweld niet voldoende samenwerkten, werd zij niet beschermd. Daarom startte in Rotterdam het centrale hulppunt Filomena, waar slachtoffers van huiselijk geweld en kindermishandeling terechtkunnen voor hulp. Het concept is succesvol gebleken; inmiddels hebben ook Groningen en Tilburg een Filomena-meldpunt. In 2026 opent een vestiging in Amsterdam.
Huis verlaten
De ervaringen met Filomena zijn goed, maar er zijn ook wijzigingen in de wetgeving nodig, vindt Greet Vink, bestuurslid van UN Women. Ze verwijst naar situaties waarin vrouwen hun huis moeten verlaten, nadat ze de moed hebben verzameld om hun verhaal te doen. ‘Het is vreemd dat moeder en kind huis en haard moeten verlaten en niet de pleger naar een centrale opvang gaat,’ vertelt Vink in het radioprogramma Spraakmakers. ‘Het is traumatisch voor kinderen om hun huis te verlaten.’
Andere initiatieven
Naast Filomena-meldpunten werken verschillende gemeenten en provincies ook aan andere initiatieven. Zo wordt er in Drenthe gewerkt aan een steunpunt dat zich expliciet richt op femicide en intieme terreur. Het doel is om slachtoffers eerder in beeld te brengen en om sneller in te kunnen grijpen. Voor het steunpunt maakt de provincie 750.000 euro vrij.
De gemeente Amsterdam maakte in september bekend zes miljoen extra vrij te maken om de veiligheid van vrouwen te verbeteren. Dit geld gaat naar nieuwe vormen van preventie, zoals verlichting, campagnes, buddy-initiatieven en mogelijk een online platform. Ook richt de Politie Eenheid Amsterdam het Platform Stop Geweld Tegen Vrouwen op, waarin zo’n dertig agenten uit verschillende onderdelen en disciplines werkzaam zullen zijn.
Op 28 november startte Purmerend met een online meldpunt waar inwoners onveilige plekken voor vrouwen kunnen melden. Hiermee hoopt de gemeente beter inzicht te krijgen in onveilige situaties, zodat er gerichte maatregelen kunnen komen. Begin 2026 volgt de evaluatie van het meldpunt.




Geef een reactie