Huiseigenaren krijgen in 2026 gemiddeld te maken met 3,9% hogere gemeentelijke woonlasten. De gecombineerde aanslag voor onroerendezaakbelasting (OZB), riool- en afvalstoffenheffing komt daarmee uit op gemiddeld 1.001 euro per huishouden en overschrijdt voor het eerst de grens van 1.000 euro.
Achter dit landelijke gemiddelde gaan grote verschillen per gemeente schuil. In onder meer Alphen aan den Rijn, Voorst, Rozendaal, Heemskerk en Maasgouw lopen de woonlasten op met 10 tot 18%, wat neerkomt op een extra bedrag van circa 98 tot 189 euro per jaar.
OZB
De OZB, het belangrijkste onderdeel van de woonlasten, stijgt gemiddeld met 4,6%. De gemiddelde WOZ-waarde, waarover de OZB wordt berekend, loopt landelijk op tot ruim 415.000 euro, een toename van 9%. In ongeveer een derde van de gemeenten stijgt de OZB harder dan gemiddeld. Alphen aan den Rijn spant de kroon met een stijging van bijna 40% (ruim 130 euro), terwijl ook in Voorst en Maasgouw de OZB met meer dan 25% omhoog gaat. In Rozendaal betalen huiseigenaren met €885 het hoogste absolute OZB‑bedrag, vooral door de hoge WOZ‑waarden daar.
Tegelijkertijd zijn er vijftien gemeenten waar de OZB daalt. In Aa en Hunze is de afname met 10,1% het grootst, wat ongeveer €30 scheelt ten opzichte van vorig jaar. Ook in Deurne en Gulpen‑Wittem gaan huiseigenaren minder OZB betalen, met dalingen van respectievelijk 8,7% en 5,3%.
Ravijnjaar
Veel gemeenten bereiden zich financieel voor op het ravijnjaar 2028, waarin zij forse tekorten verwachten. Zij wijzen daarnaast op druk op de begroting, bezuinigingsopgaven en de noodzaak om heffingen kostendekkend te maken als verklaring voor de hogere OZB. Vereniging Eigen Huis waarschuwt voor een zorgelijke ontwikkeling van de gemeentelijke lasten en vraagt het nieuwe kabinet om structurele extra middelen voor gemeenten, zodat wettelijke taken zoals jeugdzorg en Wmo kunnen worden uitgevoerd zonder verdere “OZB‑explosie”. Huiseigenaren zouden daarbij niet als sluitpost van de begroting moeten fungeren.
De afvalstoffen- en rioolheffing stijgen in 2026 minder hard dan in 2025: gemiddeld met 3,7% respectievelijk 3,6%, tegenover 5% en 4% een jaar eerder. Deze tarieven mogen wettelijk niet hoger zijn dan kostendekkend en mogen dus niet worden ingezet om andere gemeentelijke uitgaven te financieren.




Geef een reactie