De afhandeling van bezwaren tegen de vaststelling van de waarden op grond van de Wet Wet waardering onroerende zaken (WOZ) in Amsterdam deugt niet. Dat concludeert Gemeentelijke Ombudsman Ulco van de Pol.
De regionale ombudsman deed onderzoek naar de afhandeling van bezwaarschriften tegen de WOZ-waarden en kwam tot de conclusie dat in drie op de vijf gevallen dat bezwaar wordt ingediend de WOZ-waarde uiteindelijk aangepast wordt. In beroep bij de rechtbank haalt de gemeente slechts in één op de vier zaken ongeschonden de eindstreep.
Van de Pol: “In 2010 zijn 16.000 bezwaarschriften ingediend tegen WOZ-waarden van in totaal zo’n 32.000 panden. Dit aantal bezwaarschriften, gebaseerd op cijfers van de Rekenkamer Amsterdam (RKA), blijkt drie maal groter te zijn dan de Dienst Belastingen Gemeente Amsterdam (DBGA) naar buiten brengt. Dat is onbegrijpelijk en geeft een vertekend beeld van de kwaliteit van de WOZ-waardering door de gemeente.” Ook de cijfers van de Waarderingskamer zijn veel lager dan de cijfers van RKA.
De WOZ-waarde van alle panden in Amsterdam wordt jaarlijks bepaald en is van invloed op de aanslagen van de gemeente- en inkomstenbelasting van eigenaren van panden. Wanneer een eigenaar bezwaar aantekent tegen de waardering, heeft DBGA in de praktijk acht maanden de tijd om op het bezwaar te beslissen. In meer dan de helft van de gevallen wordt die termijn niet gehaald. Naar verwachting zullen 2200 bezwaarschriften van vorig jaar niet tijdig voor 1 april, de datum voor aangifte van de inkomstenbelasting, zijn afgehandeld. Als de waardering al wordt aangepast werkt deze veelal niet automatisch door voor volgende jaren of voor vergelijkbare panden. Huiseigenaren worden hierdoor verplicht opnieuw bezwaar te maken.
Ook de motivering voor de waardering en de reactie op bezwaren schiet ernstig tekort. “De methode van taxatie is voor eigenaren van panden erg ondoorzichtig,” aldus Van de Pol. “De drie vergelijkbare woningen die op taxatieverslagen vermeld worden, geven geen overtuigende verklaring voor de vastgestelde WOZ-waarde. De beslissing op bezwaar is door het gebruik van tekstblokken vaak onbegrijpelijk, zo is ook de ervaring van belastingrechters. Er wordt niet of nauwelijks ingegaan op de specifieke bezwaren die aangedragen worden.”
en nu?
Blijft het bij een constatering of wordt er ook nog wat gedaan met de resultaten van dit onderzoek?