De voorzitter van de Raad voor Interim Management (RIM) weet hoe gemeenten beter kunnen omgaan met de inhuur van tijdelijke managers. “Het voortraject is essentieel.”
Maar eerst de vooroordelen. De interim-manager is vooral
bezig met zijn bankrekening. Ze komen en gaan, schrijven uurtjes. De externen
zijn ook niet echt nodig en daarom eenvoudig weg te strepen uit de
gemeentelijke begrotingen.
Voorzitter Ron Steens van de RIM begrijpt het wel een
beetje, deze uitspraken, maar in de praktijk kloppen ze meestal niet. “De
serieuze interim-manager doet het niet in de eerste plaats voor het geld”, zegt
Steens. “Het zijn betrokken mensen met een missie.”
Waar komen die beelden dan vandaan?
“Het tarief voor een tijdelijke manager wordt vaak
vergeleken met het salaris van een medewerker in vaste dienst. Maar het gaat
hier absoluut niet om salaris. Het bedrag wordt niet bijgeschreven op de
rekening van de interim-manager. Er is een groot verschil tussen bruto en netto (PDF). Zo heeft de interim-manager hoge
kosten voor verzekeringen, pensioenopbouw, et cetera.
Dat is meestal niet bekend. Dit omdat het referentiekader vaak ontbreekt. Het
inhuren, dat gebeurt niet structureel, is vaak éénmalig.”
Verder zijn er natuurlijk de grootverdieners?
“Dat klopt. Die zijn er, hoewel het gaat om een minderheid
van de interimmers. Het is best goed dat hiervoor aandacht is. Toch zou het
beter zijn niet alleen naar de excessen te kijken. Er wordt veel en belangrijk
werk geleverd.”
Levert het ook wat op, eigenlijk?
“Jazeker. Kijk ook eens naar de opbrengsten. Die mensen
lossen een groot probleem op en zijn daarvoor beter gekwalificeerd en
daardoor
efficiënter dan een vaste
werknemer. Zonder enig
waardeoordeel kan ik zeggen dat interim-managers geregeld overgekwalificeerd moeten
zijn voor de opdracht waarvoor ze worden ingehuurd.”
Wat is nu precies de meerwaarde van de ingehuurde managers?
“Ze komen om een klus te klaren. De kennis en/of ervaring
daarvoor ontbreekt dan binnen de organisatie. Als het goed is, dragen zij die
kennis over tijdens het werk. Daarna kan de organisatie het zelf. Een goede
interim-manager maakt zichzelf overbodig.”
En dat gebeurt ook?
“Niet altijd, nee. Interim-managers moeten een plan van
aanpak maken met een daaraan gekoppeld tijdpad en bespreken met opdrachtgever;
anders krijgen tijdelijke managers een reguliere baan. Sommige mensen werken al
jaren als een zogenaamde interim bij een gemeente.”
Wat moeten ze doen?
“Het begint bij het voortraject. Stel de vraag: wat is het
probleem? Definieer dat. Waarvoor heb je iemand nodig? Stel vervolgens de
vraag: kunnen we dit zelf doen?”
Gebeurt dat, het onnodig inhuren van externe werknemers?
“Ja. Een goed voorbeeld is het vervangen van een ambtenaar
op zwangerschapsverlof. Dat hoeft niet altijd. Dit is mogelijk intern op te
lossen. Misschien kan het werk ook wel even blijven liggen. Dat moet je dus in
kaart brengen.”
En dan?
“Daarna, als het nodig is, met je een goede inhuurkracht
vinden. Vanwege het sporadische karakter van dit soort opdrachten is dat niet
eenvoudig. Neem hier de tijd voor. Dit hoort ook bij het voortraject. Selecteer
iemand niet op basis van een CV op het internet, in ieder geval. Zorg voor een
goede persoon op de juiste plaats.
Werk bij voorkeur met een
betrouwbaar en op continuïteit gericht bureau voor interim-management, dat kan
putten uit een groot netwerk van gekwalificeerde interim-managers
”
En vervolgens?
“Is het nodig de probleemstelling aan te scherpen, om te
zien wat er precies moet worden gedaan. Dit moet gebeuren in de loop van de
opdracht. Dat duurt een week of zes, ongeveer. Op dat moment kijk je ook naar
de tijd die nodig is voor het welslagen van de opdracht.”
De interim-manager is dan reeds op weg naar de uitgang?
“Als het goed is wel. Je bent er tijdelijk en je moet daarom
zorgen dat je na verloop van tijd te missen bent.”
Als ze al binnen komen, toch?
“Dat klopt, de markt is slecht. Er wordt bezuinigd.
Dat moet wel. Het voordeel is wel dat er kritischer wordt gekeken door
gemeenten en de opdrachten die resten zijn zeer serieuzere opdrachten, waarbij
het echt ergens om gaat .”
In de plaats Alphen aan den Rijn zit er al een tijd interim burgemeester. Interim is toch free- lance en dat is handig op zo, n hoge positie. Kun je met wethouders gezamenlijk je tijdvak aan facturatie vergroten. Kun je ook via de media je positie alvast bepalen. Daarna kom je dan gewoon lekker in dienst bij de gemeente. Ga je weg dan is er altijd nog ruimte voor een beetje wachtgeld tot aan je pensioen. Maar wat krom is valt niet recht te zetten in Nederland.