
De Eerste Kamer zet vraagtekens bij het PVV-amendement, waarin het gemeenten wordt verboden om statushouders voorrang te geven op sociale huurwoningen. Het amendement, behorend bij de wet die de woningbouw moet versnellen, is mogelijk ‘discriminatoir’. Er moet nu eerst een advies van de Raad van State komen over de rechtmatigheid en uitvoerbaarheid.
Daarmee is dit het tweede PVV-amendement binnen een week waarvoor de Eerste Kamer voorafgaand aan de stemming een advies wil zien van de Raad van State. Eerder deze week betrof het de strafbaarstelling van illegaliteit en de hulp aan illegalen, als onderdeel van de Asielnoodmaatregelenwet. Beide amendementen zijn vorige week aangenomen door de Tweede Kamer. Linkse oppositiepartijen in de Tweede Kamer die eerder nog voor de woningwet wilden stemmen, haakten door het amendement over de statushouders uiteindelijk af.
Twijfels over uitvoerbaarheid
Het kabinet had al afgesproken om statushouders louter op grond van hun verblijfsstatus geen voorrang meer te geven. Maar dit amendement gaat ook demissionair minister Keijzer van VROM wel ver, zei ze afgelopen dinsdag in de Senaat. De kern van het probleem is dat het verboden wordt om voorrang te geven aan statushouders, ook als daar een andere goede reden voor is. Senatoren willen dat Keijzer zelf om extra advies van de Raad van State vraagt. In een reactie zegt de minister nog te bekijken of ze dat gaat doen, maar ze benadrukt dat ook zij zorgen heeft over het amendement. Ze onderzoekt nog of de wet met het amendement ‘überhaupt uitvoerbaar is’ of dat het ‘bij de eerste de beste rechter strandt omdat dit discriminatoir is’.
Geen onderscheid maken
Niet alleen de Eerste Kamer is bezorgd over de toekomstige woonsituatie van de statushouders. Gemeenten, woningcorporaties en organisaties die zich inzetten voor de huisvesting van vluchtelingen hebben boos gereageerd op het aangenomen amendement. Ze zijn van mening dat je hierin geen onderscheid mag maken tussen verschillende bevolkingsgroepen. Ook hebben zij er net als de senatoren in de Eerste Kamer bezwaar tegen dat de wetswijziging niet is getoetst op uitvoerbaarheid en juridische houdbaarheid, voordat de wet door de Tweede kamer is aangenomen.
VNG ongerust
VNG, Aedes en de Woonbond hebben dit heel duidelijk gemaakt in een brief aan de Tweede kamer. Daarin vroegen ze voorafgaand aan de stemming ook om uitstel van de wet tot na het zomerreces en om advisering over het amendement door de Raad van State. ‘Met dit amendement worden juist ongelijke kansen gecreëerd voor woningzoekenden met een verblijfsvergunning die met urgentie op zoek zijn naar een huis’. Statushouders maken straks geen enkele aanspraak meer op welke vorm van urgentie, ook niet om medische of sociale redenen.
Amsterdam blijft voorrang verlenen
Amsterdam heeft al aangekondigd dat de gemeente het amendement niet zal gaan uitvoeren. Volgens wethouder Zita Pels (o.a. Volkshuisvesting) ‘organiseert de Tweede Kamer ellende en chaos in de asielopvang en doet niets aan de woningnood’. ‘Het is beschamend. Zolang ik wethouder ben zullen wij er alles aan doen om ook statushouders mee te laten doen in onze stad’, aldus Pels in een reactie aan de NOS.
Ook andere gemeenten vrezen chaos en een mogelijke toename van het aantal dakloze statushouders, aldus de VNG in de brief. Statushouders worden op deze manier immers gedwongen om langer in de reguliere asielopvang te verblijven, waardoor die volloopt. In België zie je dit volgens de VNG momenteel al gebeuren. Gemeenten hebben straks geen enkel instrument meer om statushouders met urgentie te huisvesten. De uitvoerbaarheid van de taakstelling die ze hebben, wordt hierdoor onmogelijk. Daarnaast kunnen provincies dan geen goed toezicht meer houden op het uitvoeren van deze taak door gemeenten.
Onzekere afloop
In september, als de Eerste Kamer weer bijeenkomt, moet duidelijk worden wat dit allemaal betekent voor deze wet, waar zonder dit amendement over de statushouders hoogstwaarschijnlijk voldoende steun voor was geweest. De nieuwe woningwet is bedoeld om de woningbouw een impuls te geven en zo de vastgelopen woningmarkt in beweging te krijgen. In de wet krijgt de minister van Volkshuisvesting onder andere meer te zeggen over het aantal te bouwen huizen en waar die komen te staan.
Geef een reactie