Het aantal aanbieders in de jeugdzorg is de laatste jaren explosief gestegen. De gemeente Veendam besloot in te grijpen blijkt uit een reportage van EenVandaag.
Sinds de decentralisatie van de jeugdzorg in 2015, waarbij gemeenten verantwoordelijk werden voor inkoop en organisatie van jeugdhulp, is het aantal zorgaanbieders explosief gestegen: van enkele honderden naar ruim 7.000. De bedoeling van de stelselwijziging was om de zorg kleinschaliger en beter toegankelijk te maken, maar de praktijk leidde tot versnippering, hogere kosten en verlies van overzicht. In de Groningse gemeente Veendam nam het aantal aanbieders tussen 2015 en 2022 toe van 30 naar 220. Daardoor verdwenen overzicht en regie, en zag de gemeente de kosten oplopen terwijl de wachttijden niet afnamen.
Jeugd Expertise Punt
Om het stelsel te hervormen koos Veendam voor een ingrijpende herstructurering van de jeugdzorg. De gemeente bundelde de meest voorkomende vormen van jeugdhulp in één opdracht en liet deze uitvoeren door een klein consortium van samenwerkende partijen binnen het Jeugd Expertise Punt (JEP). Dit is een algemene voorziening waar gezinnen zonder beschikking of eigen bijdrage terechtkunnen, zonder eerst langs de gemeente te hoeven. Hierdoor is jeugdhulp laagdrempeliger en sneller beschikbaar.
Een belangrijk onderdeel van de nieuwe aanpak is de aanwezigheid van gedragswetenschappers of orthopedagogen op scholen en bij huisartsen. Ouders kunnen hier wekelijks met vragen terecht, waardoor problemen snel worden herkend en aangepakt voordat ze escaleren. Volgens de betrokken professionals is dit een van de belangrijkste succesfactoren: kleine problemen blijven klein en zwaardere zorg wordt minder vaak nodig.
Wachtlijsten verdwijnen
Het effect van deze reorganisatie is groot. Binnen 2,5 jaar zijn de wachttijden volledig verdwenen en is het aantal uithuisplaatsingen afgenomen. Ouders durven eerder hulp te vragen, en de hulpverlening bereikt meer gezinnen terwijl de kosten juist dalen. De gemeente moest aanvankelijk zes ton bezuinigen op de jeugdzorg, een doelstelling die uiteindelijk ruimschoots werd gehaald. De besparing is vooral te danken aan vroegtijdige interventie: door gezinnen direct te ondersteunen, neemt de vraag naar langdurige en intensieve zorg af.
Opstartproblemen
De overgang naar het nieuwe systeem kende wel opstartproblemen. In de eerste twee jaar stegen de kosten tijdelijk, omdat de gemeente bestaande en nieuwe werkwijzen naast elkaar liet draaien om te voorkomen dat kinderen tussen wal en schip vielen. Nu ziet Veendam de vruchten van die investering: minder dure zorg, minder uitval bij kinderen, betere samenwerking tussen professionals en meer inzicht in de resultaten.
Volgens wethouder Ans Grimbergen en coördinerend gedragswetenschapper Anne Hueting bewijst het Veendammer model dat het terugdringen van marktwerking en het herstellen van regie door de overheid kan leiden tot betere jeugdhulp én lagere kosten, mits er tijd, vertrouwen en samenwerking worden geïnvesteerd.



Geef een reactie