Ondanks dat elektrische steps sinds kort wettelijk zijn toegestaan in Nederland, blijven veel grote steden terughoudend bij het toelaten van deelstepjes.
Dat blijkt uit een inventarisatie van RTL Z onder de acht grootste gemeenten. Volgens deze steden wegen de risico’s – zoals verkeersonveiligheid en hinder door willekeurig geparkeerde steps – zwaarder dan de eventuele voordelen. Zo geeft Amsterdam aan zich ernstige zorgen te maken over de veiligheid op het fietspad.
Sinds 1 juli van dit jaar mogen vijf specifieke, door de RDW goedgekeurde, modellen e-steps met kenteken de openbare weg op. Vier lijken op traditionele steps met grotere voorwielen (zoals de Yedoo Mezeq en drie Kickbike-modellen), terwijl de Selana Alpha eruitziet als de typische deelstep uit andere Europese steden.
Voor aanbieders van deelstepjes biedt Nederland kansrijke maar onontgonnen markt. In veel andere landen zijn deelsteps al ingeburgerd, vooral onder toeristen en jonge stedelingen. Ze zijn snel, gemakkelijk en milieuvriendelijk, aangezien ze geen uitlaatgassen uitstoten. Toch liggen er veel obstakels: om in Nederlandse steden actief te worden, hebben aanbieders een gemeentelijke vergunning nodig. En die worden nog amper verstrekt.
Bezorgdheid over verkeersveiligheid
Ook in het buitenland is niet iedereen enthousiast over deelsteps. Steden als Parijs hebben het gebruik ervan beperkt wegens overlast en onveilige situaties. In de meeste andere Europese steden blijven ze toegestaan, maar zijn de regels aangescherpt.
In Nederland uit met name Amsterdam stevige kritiek. Volgens wethouder Melanie van der Horst is de druk op fietspaden al enorm door de toename van e-bikes, fatbikes en andere elektrische voertuigen. Deelsteps zouden die druk verder versterken.
Rotterdam staat iets minder afwijzend tegenover de komst van deelsteps, maar is voorzichtig. De gemeente wil haar vergunningensysteem eerst aanpassen voordat zij aanbieders toe kan laten. Hoewel er al aanvragen liggen, zijn er nog geen structurele gesprekken met aanbieders.
Ook Den Haag en Utrecht willen geen deelsteps. Utrecht, met zijn smalle straten en historische binnenstad, ziet weinig meerwaarde. Bovendien drukken de steps op de toch al schaarse openbare ruimte. Meerder gemeenten melden bovendien dat deelsteps vooral wandel- of fietsverkeer vervangen – vormen van mobiliteit die zij juist willen stimuleren.
Eindhoven houdt opties open
De enige grote stad met een relatief positieve houding is Eindhoven. De gemeente werkt aan een concessiesysteem waarin één partij het aanbod van deelscooters, fietsen en mogelijk ook e-steps zou mogen verzorgen. Hoewel de focus voorlopig ligt op scooters en fietsen, staat de deur op termijn wel open voor deelsteps.
In onder andere Tilburg, Almere en Groningen zijn nog geen concrete plannen of beleidsvoorstellen voor de toelating van deelstappen.
Verwachte groei in eigen bezit e-steps
Aangezien inwoners nu ook als particulier met hun eigen gekeurde e-step de weg op mogen, verwachten de gemeenten wél een toename van het aantal e-steps in het straatbeeld. Hoe groot die impact wordt, verschilt per stad.
Utrecht verwacht bijvoorbeeld aanzienlijke problemen. De toename van lichte elektrische voertuigen zorgt al voor drukte, snelheidsverschillen en gevaarlijke situaties op fietspaden, stelt wethouder Senna Maatoug.
Lokale zeggenschap en steun vanuit Den Haag
Gemeenten pleiten voor meer controle over het toelatingsbeleid van bepaalde vervoersmiddelen op hun fietspaden en in voetgangersgebieden. Utrecht wil het recht hebben om bepaalde types elektrische voertuigen lokaal te weren.
Ook Amsterdam sluit zich hierbij aan. Wethouder Van der Horst steunt de kentekenplicht die nu geldt voor e-steps, omdat dit toezicht eenvoudiger maakt. Tegelijkertijd vraagt zij, net als Maatoug, om maatwerk vanuit het Rijk en structurele financiering voor handhaving en verkeersveiligheid, zodat steden op een passende manier kunnen omgaan met de opkomst van nieuwe vormen van mobiliteit.




Geef een reactie