Het Register Belastingadviseurs heeft onlangs een update gepubliceerd over de villataks. De villabelasting houdt in dat woningeigenaren met een hoge WOZ-waarde een hogere bijtelling krijgen via het eigenwoningforfait, wat resulteert in een zwaardere belastingdruk voor deze groep.
De Belastingdienst heeft informatie verstrekt over de voorbereiding en afhandeling van bezwaren tegen de villabelasting. Het gaat hierbij om interne documenten van het ministerie van Financiën en de Belastingdienst.
Groot aantal bezwaren
Uit informatie van de Belastingdienst blijkt dat eind 2024 een groot aantal bezwaren is binnengekomen tegen deze villabelasting schrijft het RB. In plaats van een massaal bezwaar, waarbij alle bezwaren gezamenlijk worden behandeld, kiest de Belastingdienst ervoor om elk bezwaar afzonderlijk af te handelen. Dit betekent dat er geen gezamenlijke procedure komt. Zowel bezwaren die rechtstreeks door belastingplichtigen zijn ingediend als die via belastingadviseurs binnenkomen, worden behandeld—waarbij aanvankelijk de laatste groep even werd aangehouden, maar uiteindelijk toch ook opgepakt.
Volgens de Belastingdienst is de villabelasting juridisch te rechtvaardigen, mede verwijzend naar een uitspraak van de Rechtbank Haarlem op 15 oktober 2024. Het is echter niet zeker dat andere rechtbanken hetzelfde oordeel zullen vellen, want het onderwerp is inmiddels bij een gerechtshof aan de orde en er loopt voor zover bekend geen proefprocedure bij een hogere rechter.
Uit vrijgegeven Woo-documenten blijkt dat de Belastingdienst bezwaren tegen de villabelasting zo snel mogelijk probeert af te handelen. Medewerkers moeten bezwaren standaard afwijzen, tenzij een belastingplichtige expliciet vraagt het bezwaar aan te houden tot er een uitspraak is van de Hoge Raad. Hiervoor zijn twee type standaardbrieven opgesteld, waarin bijvoorbeeld ook de Wet Hillen wordt benoemd.
Een aanzienlijk deel van de interne communicatie gaat over de mogelijkheid om op kantoorniveau afspraken te maken met belastingadviseurs over het bezwaarproces, vooral omdat er geen collectieve bezwaarprocedure is afgesproken. Deze afspraken zijn bedoeld om te voorkomen dat voor dezelfde kwestie allemaal aparte trajecten moeten worden gestart.
Deze afspraken gelden voor alle vestigingen van het advieskantoor en voor nieuwe, tijdig ingediende bezwaren die aan de voorwaarden voldoen. De adviseur blijft per cliënt individueel bezwaar maken en houdt zelf contact met de inspecteur, waarbij duidelijk wordt gemaakt dat het bezwaar voorlopig wordt aangehouden.
Binnen deze afspraken mag de adviseur geen ingebrekestelling naar de Belastingdienst sturen of om immateriële schadevergoeding vragen. Het is bovendien niet toegestaan om aan te sluiten bij een procedure van een ander kantoor of van iemand die niet door de eigen adviseur wordt bijgestaan; elke adviseur voert zijn eigen trajecten.




Geef een reactie