Bij de Tweede Kamerverkiezingen van 29 oktober 2025 mogen 13,4 miljoen mensen stemmen. Het aandeel kiezers van 65 jaar of ouder is deze keer groter dan bij eerdere verkiezingen. Dat blijkt uit voorlopige cijfers van het CBS. Enkele gemeenten in Noord-Holland, Limburg, Zeeland en het (Noord-)Oosten springen eruit.
Van alle inwoners van 18 jaar of ouder met de Nederlandse nationaliteit is bijna 91 procent kiesgerechtigd en mag stemmen voor de Tweede Kamerverkiezingen. Daartoe behoren naar schatting 360 duizend jongeren die op 29 oktober voor het eerst naar de stembus mogen, omdat zij dan de kiesgerechtigde leeftijd hebben bereikt.
Aandeel kiesgerechtigden daalt
Het percentage kiesgerechtigden is kleiner dan bij eerdere verkiezingen: bij de Tweede Kamerverkiezingen van 2017 was bijvoorbeeld nog 94 procent kiesgerechtigd. Dit komt door de toegenomen immigratie. (Nog) niet alle immigranten hebben de Nederlandse nationaliteit en mogen hun stem uitbrengen. Van de bijna 2,8 miljoen volwassen inwoners die niet in Nederland zijn geboren, heeft iets meer dan de helft wel de Nederlandse nationaliteit en mag dus stemmen. Zij wonen meestal al langer in ons land.
Gemiddelde leeftijd stijgt
Gemiddeld is de kiesgerechtigde bevolking nu 51,1 jaar oud, tegenover 49,5 jaar tien jaar geleden en 45,3 jaar dertig jaar geleden. Gezien de demografische trend van stijgende vergrijzing in Nederland is het niet verwonderlijk dat de kiezer gemiddeld ook steeds ouder wordt. Van alle kiesgerechtigden is inmiddels 28 procent 65 jaar of ouder. Dat was dertig jaar geleden nog 18 procent. Het aandeel kiezers tot 35 jaar is al sinds 2010 een kwart. In 1995 was dit nog een derde.
Veel oudere stemgerechtigden in Limburg
De kiesgerechtigde bevolking is relatief oud in Limburg, waar in verschillende gemeenten naar verhouding veel stemgerechtigde 65-plussers wonen, met Vaals aan kop met 41,1 procent. Ook een aantal gemeenten in Noord-Holland steekt boven het gemiddelde van 28 procent uit. Zo is in Bergen 41,9 procent van de stemgerechtigden 65 jaar of ouder en in Laren 41,6 procent. Verder zie je in gemeenten in het (Noord-)Oosten en in Zeeland uitschieters naar boven. In de oudere leeftijdsgroepen zijn er meer vrouwen dan mannen die mogen stemmen, doordat vrouwen gemiddeld ouder worden dan mannen.
Jonge kiezers in studentensteden
Vooral in de studentensteden is de kiesgerechtigde bevolking relatief jong. Het aandeel 18- tot 35-jarigen is in Groningen (39,9 procent) en Utrecht (39,6 procent) het grootst. Deze steden worden gevolgd door Leiden, Nijmegen, Wageningen en Delft. Van de gemeenten zonder universiteit heeft Urk het grootste aandeel kiezers in de jongste leeftijdsgroep (35,9 procent).
Minder kiesgerechtigden in de steden
In gemeenten in Noord- en Oost-Nederland is het aandeel kiesgerechtigde volwassenen het grootst. De top drie bestaat uit Tubbergen, Dantumadiel en Bronckhorst (allen ruim 98 procent). In Vaals is de stemgerechtigde bevolking het kleinst. In deze gemeente mag slechts twee derde van de volwassen inwoners stemmen. Dat is het gevolg van een groot aantal inwoners dat in bezit is van de Belgische of Duitse nationaliteit.
In de grote steden is het aandeel volwassen kiesgerechtigden kleiner, omdat er relatief veel mensen zonder Nederlandse nationaliteit wonen. In en om Amsterdam (inclusief Diemen en Amstelveen) mag driekwart van de volwassen bevolking stemmen. Ook in Den Haag en Eindhoven ligt het aandeel inwoners met stemrecht lager dan gemiddeld.

Geef een reactie