De VNG heeft een onderzoek laten uitvoeren naar de verschillende functiewaarderingssystemen die in de gemeentelijke sector worden gebruikt.
Het onderzoek brengt de belangrijkste verschillen tussen de systemen in kaart en geeft het VNG advies over hoe de functiewaardering toekomstbestendig gemaakt kan worden.
Het rapport beschrijft hoe de bestaande systemen voor het waarderen van functies niet altijd meer aansluiten op de dagelijkse praktijk en veranderende eisen binnen gemeenten. De beleidsmatige en uitvoerende functies horen niet los van elkaar gewaardeerd te worden, maar in de loop der tijd zijn er verschillen ontstaan. Werkgevers constateren dat bestaande functiewaarderingssystemen – vooral HR21, ODRP en VBalans – verouderde begrippen en beschrijvingen bevatten en dat deze niet goed zijn aangepast aan hedendaagse thema’s zoals realisatiekracht of weerbaarheid, waardoor het instrument minder relevant voelt.
Genderneutraliteit
Het beschrijven en waarderen van functies gebeurt lang niet altijd door opgeleide medewerkers of erkende deskundigen, wat de kwaliteit niet ten goede komt. In andere overheids- en onderwijssectoren wordt meer gewaarborgd dat alleen hiervoor toegeruste adviseurs betrokken zijn, met periodiek verplichte scholing en een openbaar register. Genderneutraliteit is in de grote gemeentelijke systemen nog onvoldoende geborgd. Ook zien gebruikers dat lokale vrijheid in de schaalindeling soms tot moeilijk uitlegbare verschillen leidt en dat HR21 niet altijd tot gelijke behandeling van vergelijkbare functies komt. De aansluiting tussen de formele systematiek en de taal of realiteit van het werk binnen gemeenten wordt gemist, waardoor de uitlegbaarheid voor medewerkers en leidinggevenden onder druk staat.
Er is behoefte aan een begrippenlijst in begrijpelijke taal en aan het transparant maken van de motieven voor functietoekenning. Ook de wildgroei van lokale functiebeschrijvingen als de standaard niet aansluit is een aandachtspunt; gemeenten zoeken een evenwicht tussen abstracte generieke functies en de dagelijkse werkwijze. Veel respondenten vinden ten slotte dat functiewaardering als middel wordt benut voor arbeidsmarktpositionering en dat naast bevolkingsaantal ook de context van de gemeente zou moeten meewegen in bijvoorbeeld de inschaling van gemeentesecretarissen.
Adviezen
Het rapport adviseert allereerst helder te communiceren over het doel en de beperkingen van functiewaardering en de grenzen ervan. Gemeenten doen er goed aan minimaal te eisen dat functiewaarderingssystemen periodiek getoetst zijn op actualiteit en genderneutraliteit, onder beheer van een onafhankelijke commissie. Functiewaardering moet alleen door gecertificeerde deskundigen worden uitgevoerd, met jaarlijkse bijscholing, en er dient een openbaar register te komen. Het verdient aanbeveling om lokale, nieuwe functies eerst centraal te laten toetsen en bij te houden dat onderhoud en aanpassing van systemen een gedeelde verantwoordelijkheid is van gemeenten en systeemeigenaren. Daarbij zou expliciete aandacht moeten komen voor de weging van uitvoerend werk, het betrekken van medewerkers en periodiek onderhoud, zodat functiewaardering toekomstbestendig, eerlijk en begrijpelijk blijft.




Geef een reactie