Het kabinet in wording heeft genoeg geld klaarliggen om ervoor te zorgen dat de gemeenten, provincies en waterschappen kunnen doen wat het van ze vraagt. Dat maken vertegenwoordigers van deze overheden op uit een gesprek met de onderhandelaars over een nieuw kabinet. Ook VVD-leider Mark Rutte denkt er met hen uit te komen.

Het gesprek was “zeer open en dat geeft vertrouwen”, zei voorzitter Jan van Zanen van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Hij heeft de indruk dat de onderhandelaars beseffen dat ze met de mede-overheden moeten samenwerken om voor elkaar te krijgen wat hun te doen staat. De onderhandelaars kijken ‘heel serieus’ naar de plannen die de provincies, gemeenten en waterschappen hun hebben voorgelegd, merken zij volgens Van Zanen.

De decentrale overheden werken samen met het Rijk als één overheid en daarbij horen stabiele, voorspelbare en toereikende financiën. Van Zanen: “Tijdens de crisis zijn gemeenten flink gekort terwijl juist de laatste jaren de taken fors zijn toegenomen. Voor de komende jaren is een breed en stabiel begrotingskader noodzakelijk. Dit zijn randvoorwaarden voor de verantwoordelijkheden die de gemeenten op zich nemen. En een stevige pijler onder de aanpak van de grote maatschappelijke uitdagingen die het komende kabinet aan wil gaan.”

Genoeg geld

“We hebben begrepen dat er genoeg geld is voor de opgaven waar wij voor staan”, zei Ank Bijleveld van het Interprovinciaal Overleg na afloop. Ze wees erop dat het nieuwe kabinet veel van provincies, gemeenten en waterschappen verwacht op het gebied van onder andere klimaat, energie, openbaar vervoer en veiligheid en dat daarvoor geld nodig is. Bijleveld was “eigenlijk heel positief, over de sfeer en over de inhoud”.

Volgens D66-leider Alexander Pechtold is “met deze mede-overheden een begin van afspraken gemaakt”. Hij bevestigt dat daar altijd geld voor nodig is.

(Bron: ANP/VNG)