Gemeenten worstelen met verouderde functiewaarderingssystemen en knelpunten in waardering tussen beleid en uitvoering. Er is behoefte aan een toekomstbestendig systeem en betere toepassing daarvan.
Gemeentelijke functiewaardering staat onder druk
Aan het begin van de 21e eeuw werd na een aanbesteding HR21 als functiewaarderingssysteem ontwikkeld. In de Cao Gemeenten 2024-2025 is dit als preferred systeem vermeld, maar gemeenten hebben de vrijheid om te kiezen voor een ander systeem. De VNG liet onderzoeken welke functiewaarderingssystemen in de praktijk worden gebruikt, en hoe ze van elkaar verschillen.
HR21 blijkt het meest gangbaar te zijn; bijna 69% van de respondenten gebruikt dit systeem. Daarna volgen ODRP (15%) en VBalans (5%). Leden van de VNG en WSGO gebruiken vooral HR21, terwijl leden van de WVSV relatief vaker voor ODRP of VBalans kiezen.
Ontbrekende aansluiting met de praktijk
Veel gemeenten voegen eigen functies toe aan HR21, omdat de standaardbeschrijvingen volgens hen niet meer aansluiten bij de dagelijkse praktijk. Werkgevers missen bijvoorbeeld strategisch-specialistische en samengestelde functies. Ook functietyperingen in medische of productiegerichte functies ontbreken.
Ook wordt vaak opgemerkt dat het beschrijven, indelen en waarderen van functies niet altijd gebeurt door gecertificeerde medewerkers, wat afwijkt van de norm in andere overheidssectoren. Scholing en bijscholing ontbreken of blijven beperkt tot eenmalige trainingen, terwijl certificering in andere sectoren via openbare registers en periodieke bijscholing loopt.
Systeem sluit onvoldoende aan bij hedendaagse eisen
De drie meest gebruikte systemen (HR21, VBalans, ODRP) zijn de laatste tien jaar beperkt aangepast. Hierdoor sluiten ze onvoldoende aan bij kenmerken die werkgevers belangrijk vinden, zoals weerbaarheid en probleemoplossend vermogen. Verder zijn de systemen niet recent onderzocht op sekseneutraliteit, terwijl dit met het oog op nieuwe wetgeving noodzakelijk is.
De interpretatie van functies verschilt daarnaast per gemeente, vooral door de vrijheid bij het vaststellen van conversietabellen. Dit leidt tot uiteenlopende schaalindelingen en tot soms moeilijk uitlegbare verschillen tussen gemeenten.
Werkgevers geven aan dat functietyperingen voldoende flexibel moeten zijn, zonder tot extra beschrijvingen te leiden. Er is behoefte aan meer balans tussen abstracte generieke functies en het gebruik in de praktijk. Gemeentelijke werkgevers willen daarnaast bij de functiewaardering ook arbeidsmarktontwikkelingen en schaarste meenemen.
Adviezen voor verbetering
De onderzoekers formuleren 18 adviezen, waaronder heldere communicatie over het doel van functiewaardering en toetsing op genderneutraliteit. Daarnaast pleiten ze voor het vastleggen van minimumeisen voor de functiewaarderingssystemen in de cao en voor verplichte scholing en bijscholing voor de toepassers van de systemen. Specifieke aanbevelingen voor HR21 zijn onder andere het beperken van het aantal conversietabellen en het verbeteren van de meetlat onder HR21.

Geef een reactie