
Na jaren van overleg hebben boeren, dierenorganisaties en andere partijen een akkoord bereikt over het verbeteren van dierenwelzijn in de veehouderij. Het plan bevat concrete maatregelen, maar volgens critici blijven fundamentele problemen bestaan.
Akkoord na jaren van discussie
Het convenant is tot stand gekomen in samenwerking tussen dieren- en boerenorganisaties, maatschappelijke organisaties, marktpartijen en het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN). In het akkoord staan afspraken om dieren een beter leven te geven, zoals vaker weidegang voor koeien, langere zoogperiodes voor biggen en het stoppen met het afknippen van varkensstaarten. Het stappenplan richting 2040 is echter minder vergaand dan de Tweede Kamer oorspronkelijk wenste.
Zes principes voor dierenwelzijn
Het convenant is gebaseerd op zes principes die zijn opgesteld door de Raad voor Dierenaangelegenheden:
- Respect voor de eigen waarde van het dier en erkenning van gevoelens als pijn en plezier.
- Dieren krijgen voldoende water en kwalitatief goed voer.
- Er moet een comfortabele en veilige omgeving zijn met een goed klimaat.
- De gezondheid van dieren moet worden gewaarborgd.
- Dieren moeten voldoende mogelijkheden krijgen om natuurlijk gedrag te vertonen, zoals bewegen en sociaal contact met soortgenoten.
- Als aan deze voorwaarden is voldaan, zal het dier een ‘positieve emotionele toestand’ ervaren.
Concrete plannen voor varkens, kippen en kalveren
Het akkoord bevat een plan van aanpak voor verschillende diersectoren. Voor de varkenshouderij streven de partijen bijvoorbeeld naar een veilige omgeving waar sociaal gedrag mogelijk is en het stalklimaat gezond is. Het couperen van varkensstaarten moet in 2030 verleden tijd zijn, en in 2040 moet ook de castratie van varkens grotendeels zijn afgeschaft. Een voorwaarde die daarbij genoemd wordt is wel dat de markt het vlees van deze dieren accepteert.
Gezamenlijke verantwoordelijkheid en randvoorwaarden
Volgens het convenant is de omslag naar een dierwaardige veehouderij een gedeelde verantwoordelijkheid. Boeren kunnen deze transitie niet alleen maken. Daarom is afgesproken dat ook supermarkten, verwerkers en andere marktpartijen hun rol pakken. Producten moeten tegen een eerlijke prijs worden afgenomen, zodat boeren bij hogere kosten een redelijk inkomen behouden. Daarnaast wordt van provincies en gemeenten verwacht dat zij actief belemmeringen bij vergunningverlening oplossen.
51 miljoen euro
Het kabinet heeft 51 miljoen euro uitgetrokken voor de uitvoering van de afspraken. Een nieuw op te richten Autoriteit Dierwaardige Veehouderij zal in 2028, 2033 en 2038 toetsen of de randvoorwaarden voor de volgende stappen zijn ingevuld. Een goed verdienmodel voor boeren wordt daarbij als essentiële voorwaarde genoemd.
LTO noemt het convenant ‘perspectief biedend’, maar benadrukt het belang van tijdige vergunningverlening, voldoende verdiencapaciteit en voldoende afzetmogelijkheden voor dierwaardig geproduceerde producten.
Belangrijke stap, maar nog niet dierwaardig
De Dierenbescherming, medeopsteller van het convenant, stelt dat het akkoord nog niet leidt tot een volledig dierwaardige veehouderij. ‘Wel bevat het belangrijke, concrete stappen, waar het dierenwelzijn significant door zal verbeteren.’ In samenwerking met Caring Farmers zal in een werkplaats voor koplopers onderzoek gedaan worden naar best practices.
Caring Farmers is blij dat er na 2,5 jaar eindelijk een convenant ligt. ‘Wat ons betreft had het allemaal sneller en ambitieuzer gekund en met veel meer samenhang met andere opgaven zoals stikstof en klimaat, maar we zijn blij dat we eindelijk aan de slag kunnen’, zegt bestuurslid Annette Harberink.
Nieuwe wetgeving en aanvullende maatregelen
Naast het convenant heeft minister Wiersma een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) opgesteld, die nu ter consultatie ligt. Caring Farmers is er teleurgesteld over. De organisatie stelt dat het korte termijn economisch belang van de sector zwaarder heeft gewogen dan dierenwelzijn, klimaat en milieu op de lange termijn. De hoop is dat de wetgeving verder wordt aangescherpt na de consultatieronde.
Rampzalig voor dieren
Ook Wakker Dier is kritisch. Volgens de organisatie zijn de geplande welzijnsverbeteringen minimaal, de overgangstermijnen te lang en de ontsnappingsclausules talrijk. ‘De plannen zitten echte systeemverandering in de weg. Boeren moeten investeren in houderijsystemen zonder toekomst – en het leven van dieren blijft vrijwel net zo ellendig.’ Ook betwijfelt Wakker Dier of de maatregelen ooit daadwerkelijk in werking zullen treden, gelet op de vele voorwaarden rond financiering, marktvraag en vergunningen. ‘Al sinds 2002 belooft kabinet na kabinet dat de veehouderij dierwaardig zal worden. Maar van alle mooie beloften is weinig terecht gekomen.’
Geef een reactie