De Tweede Kamer heeft een amendement aangenomen dat een wettelijke mogelijkheid voor gemeenten introduceert om een leegstandbelasting op woningen in te voeren.
Deze maatregel is specifiek bedoeld voor woningen die langer dan twaalf maanden leegstaan. Het doel is het terugdringen van leegstand in een tijd van grote woningnood, waarbij het in Nederland moeilijk uit te leggen is dat meer dan 180.000 woningen leegstaan, waarvan ruim 60.000 langer dan een jaar.
In Vlaanderen blijkt de leegstandbelasting effectief: eigenaren van leegstaande woningen komen daar snel in actie. In 2023 hanteerden 282 van de 300 Vlaamse gemeenten deze belasting al. Het amendement biedt gemeenten nu aanvullende beleidsruimte; zij bepalen zelf of ze de belasting invoeren, hoe hoog deze is, en hoe de belasting precies wordt vormgegeven. Zo kan het bedrag vast of oplopend zijn, of gebaseerd worden op de WOZ-waarde van het pand. De gemeenten kunnen de opbrengsten inzetten voor lokale doelen. Ook de VNG is voorstander van een leegstandheffing.
Vooral preventieve werking
De initiatiefnemers verwachten dat de netto-opbrengst van de leegstandbelasting gering zal zijn, omdat de belasting vooral een preventieve werking zal hebben: het ontmoedigen van langdurige leegstand. Voorlopig geldt de belasting alleen voor woningen en niet voor andere leegstaande panden, wat te maken heeft met de urgentie van het woningtekort. Op termijn kan besloten worden om de reikwijdte van de belasting uit te breiden naar andere typen gebouwen. De indieners van het amendement stellen voor dat eventuele inkomsten uit de leegstandbelasting volledig aan de gemeente toekomen, ter ondersteuning van lokaal woonbeleid.




Geef een reactie