De Eerste Kamer heeft ingestemd met de Wet verbetering beschikbaarheid jeugdzorg. De wet treedt op 1 januari 2026 in werking.
Het doel van deze wet is dat (hoog)specialistische jeugdzorg beter beschikbaar wordt voor kinderen en gezinnen die deze zorg nodig hebben. Het wetsvoorstel is een belangrijk onderdeel van de brede Hervormingsagenda Jeugd waar de ministeries van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en Justitie en Veiligheid (JenV) samen verantwoordelijk voor zijn.
Ook zijn twee moties aangenomen: een motie van Volt om de kinderrechtentoets standaard toe te passen bij wetsvoorstellen over jeugdzorg en een motie van D66 over een concrete en langjarige financiële strategie voor de jeugdzorg .
Staatssecretaris Judith Tielen (Jeugd, Preventie en Sport) noemt het wetsvoorstel een essentiële stap om de beschikbaarheid van gespecialiseerde jeugdhulp te verbeteren. Op dit moment zijn er namelijk nog te veel kinderen en ouders die lang moeten wachten op noodzakelijke (hoog)specialistische hulp, bijvoorbeeld bij complexe verslaving of crisissituaties. De overheid moet volgens de staatssecretaris een betrouwbare partner zijn waar mensen op kunnen rekenen als er snel hulp nodig is.
Regionaal samenwerken
Een van de belangrijkste onderdelen van de nieuwe wet is dat gemeenten verplicht worden om regionaal samen te werken bij de inkoop van (hoog)specialistische jeugdzorg. Ook wordt vastgelegd welke vormen van zorg minimaal gezamenlijk moeten worden geregeld, zodat deze specialistische hulp beter verdeeld en beschikbaar wordt in heel Nederland. Dit moet niet alleen zorgen voor meer spreiding, maar ook voor verdere vermindering van wachttijden.
Verder introduceert de wet meer uniformiteit, bijvoorbeeld in de manier van gegevensregistratie. Hierdoor wordt informatie over onder andere wachttijden beter vergelijkbaar tussen regio’s en kan sneller worden gesignaleerd waar nieuwe knelpunten ontstaan. De samenwerking tussen gemeenten en zorgaanbieders moet ook leiden tot minder administratieve lasten. Er blijft zo meer tijd en aandacht over voor de zorg zelf.
De wet stelt eisen aan de financiële bedrijfsvoering van aanbieders van jeugdhulp om te voorkomen dat financiële problemen zorgen voor een uitval van zorg. Daarnaast worden de taken van de Jeugdautoriteit wettelijk vastgelegd; deze wordt onderdeel van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa), die voortaan het vroegtijdig signaleren van risico’s rond de beschikbaarheid van jeugdzorg als taak erbij krijgt. Met beter vergelijkbare data kunnen gemeenten en aanbieders dus sneller en gerichter ingrijpen als het nodig is, zodat kinderen en gezinnen tijdig de zorg krijgen die ze nodig hebben.




Geef een reactie