Dat meer sporten tot lagere zorgkosten leidt is algemeen bekend, maar nu is dit effect tot op het niveau van afzonderlijke wijken nauwkeurig onderzocht. Voor gemeenten valt miljoenen te besparen.
Het onderzoek naar sport, bewegen en sociaaleconomische ongelijkheid in zorgkosten in Amsterdam en Rotterdam van onderzoekers van de RUG laat zien dat sport- en beweeggedrag een duidelijke invloed heeft op de zorgkosten op buurtniveau.
Buurten waar 1 procentpunt meer mensen voldoen aan de beweegrichtlijn, kennen gemiddeld 8 euro lagere zorgkosten per persoon, en bij 1 procentpunt meer wekelijkse sporters loopt dit effect op tot 9 euro per persoon. Als in Amsterdam 1 procent van de inwoners (negenduizend mensen) begint met wekelijks sporten, drukt dat de zorgkosten voor de stad met ruim 14 miljoen euro. In Amsterdam Nieuw-West betekent 1 procent meer sportende inwoners (1700 mensen) 2,7 miljoen besparing.
Investeren in preventie
Wethouder Sofyan Mbarki (Sport) uit Amsterdam benadrukt in Trouw dat het onderzoek voor het eerst de daadwerkelijke besparingen laat zien en duidelijk maakt in hoeverre sporten en bewegen kunnen helpen om kansenongelijkheid terug te dringen. Volgens hem is het daarom belangrijk dat een volgend kabinet niet bezuinigt op sport, maar juist inzet op extra investeringen. Volgens collega Alexander Scholtes (Zorg) is het niet acceptabel dat iemands postcode bepaalt hoe gezond of ziek iemand oud wordt en welke zorgkosten hij of zij maakt. Scholtes pleit ervoor om samen met het Rijk en zorgverzekeraars te blijven investeren in preventie, zodat gezondheid niet afhankelijk is van waar iemand woont.




Geef een reactie