Scheveningers zitten, negen maanden na de vonkenregen die tijdens de jaarwisseling neerdaalde, nog steeds met de onbetaalde schade. Ze kregen geen cent vergoeding van de gemeente Den Haag.
Terwijl de gedupeerden nog met lege handen staan, zouden de bouwers al plannen smeden voor een nieuw vreugdevuur, zo schrijft het AD. Het stadsbestuur maakte na de rampnacht bekend dat zij een schadepot had voor mensen die niet goed verzekerd waren, maar alleen de ‘meest schrijnende gevallen’ werden tot dusver gecompenseerd. Bewoners balen en snappen er niks van, aldus de krant.
De gemeente wil nu niet reageren op de verzekeringskwestie. Behalve schadevergoeding zouden de bewoners ook nog geen excuses hebben ontvangen.
Onderzoek OVV
RTL Nieuws wist afgelopen weekend te onthullen dat bij het uit de hand gelopen vuur brandversnellers zouden zijn gebruikt. Dat was nadrukkelijk niet toegestaan onder het convenant dat volgens de gemeente ‘heldere afspraken’ bevatte. Volgende maand zal de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) naar verwachting zijn bevindingen presenteren van het onderzoek naar de vonkenregen.
De bewoners moeten allereerst bij “de daders” zijn en dat zijn de organisatoren van het vreugdevuur.
En dus ook bezwaar maken tegen de komende vergunning als daar niet uitdrukkelijk de schadecomponent afdoende geregeld is, anders geen vergunning.
Het geheel duidt echter wel op een dieper liggend samenlevingsprobleem. Heel wat activiteiten die anno 2020 niet koosjer zijn, worden door de overheid getolereerd in het belang van het “brood & spelen” beginsel. Dat veel andere burgers daar enorm veel last van hebben, maar geen grote mond (durven) opzetten, interesseert de overheid niet (nieuwjaars- en paasvuren, lawaaifestivals, toeristentrekkerij en de vrije hand voor de horeca). Dit is een van de grote oorzaken dat de burger de overheid niet meer vertrouwt.