Het kabinet zet stappen in de verkeersveiligheidsaanpak voor elektrische fietsen en lichte elektrische voertuigen. Zo zijn er plannen om de controle op opgevoerde e‑bikes aan te scherpen en komt er een nieuw kennisprogramma over fietsveiligheid. Het plan voor de helmplicht tot 18 jaar blijft ook op tafel.
Dat maakt minister Tieman van Infrastructuur en Waterstaat bekend in een recente kamerbrief.
Uit onderzoek van VeiligheidNL bleek dat het aantal ongevallen met hersenletsel onder jongeren van 12 tot 18 jaar de afgelopen jaren fors is toegenomen. Om deze trend te keren, kondigde de minister eerder dit jaar maatregelen aan. In de recente kamerbrief bespreekt hij nieuwe inzichten en plannen.
Helmplicht
In augustus kondigde het kabinet een leeftijdsgebonden helmplicht aan voor e‑bikes en LEV’s. Dit plan krijgt nu een concreet juridisch spoor via de algemene maatregel van bestuur (AMvB). Het doel is om het concept rond de zomer van 2026 aan de Kamer voor te leggen, waarna een advies van de Raad van State zal volgen.
Om het draagvlak voor de helmplicht en mogelijke verschuivingseffecten in kaart te brengen, doen Ipsos en TeamAlert in opdracht van het ministerie onderzoek naar de maatregel. De minister verwacht de resultaten in januari met de Kamer te delen.
Minimumleeftijd
Daarnaast onderzoekt de minister of een minimumleeftijd van 12 jaar voor elektrische fietsen haalbaar is. Handhaving hiervan zou uitdagingen met zich meebrengen. Zo hebben kinderen onder de 14 geen ID-plicht en kunnen kinderen tot 12 jaar niet strafrechtelijk vervolgd worden. In samenwerking met het ministerie van Justitie en Veiligheid wordt daarom nu gekeken naar een mogelijke ID-plicht vanaf 12 jaar bij het gebruik van een elektrische fiets.
Opgevoerde fietsen
Opgevoerde fietsen blijven zorgen voor ergernissen en onveilige situaties. Het ministerie heeft uitgezocht welke extra maatregelen er nodig en mogelijk zijn. Het opvoeren en verkopen van onderdelen is nu al verboden, net als het gebruik op de openbare weg. Op privéterrein blijft het toegestaan, omdat een verbod daar niet effectief of proportioneel wordt gevonden. Wel kijkt het ministerie nu naar een mogelijk verbod voor het commercieel aanbieden van opvoeren door bedrijven. De Wegenverkeerswet 1994 biedt hiervoor geen basis en dus zal er een wetswijziging nodig zijn voor deze maatregel.
Strengere handhaving
Handhavingsinstanties gaan nauwer samenwerken om illegaal opgevoerde fatbikes aan te pakken. Nog voor het eind van dit jaar voeren NVWA en ILT tien gezamenlijke controles uit, omdat het aantal boetes steeg van 643 in 2023 naar 4.845 in 2024. Ook onderzocht het ministerie geofencing, waarmee voertuigen op afstand begrensd kunnen worden. Hoewel dit technisch mogelijk is, blijkt een landelijke verplichting duur en weinig effectief. Wel kan geofencing worden ingezet bij specifieke groepen, zoals werkgevers of deelplatforms als maaltijdbezorgers. Gemeenten zouden dit via contractuele afspraken kunnen vastleggen. Daarvoor is een wettelijke verplichting niet noodzakelijk.
Fietsveiligheid Voorop
Om het aantal fietsongevallen te verminderen en effectieve maatregelen te ontwikkelen, lanceert het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat het ZonMw-programma ‘Fietsveiligheid Voorop’. Dit richt zich op drie pijlers: het verbeteren en opschalen van bestaande interventies, het ontwikkelen van nieuwe kennis en innovaties, en het delen van kennis tussen beleid, praktijk en onderzoek. Voor het programma is tot 2033 in totaal 41 miljoen euro beschikbaar binnen het Meerjarenplan Fietsveiligheid, met meerdere subsidierondes vanaf 2026. In 2028 volgt een tussentijdse evaluatie en in 2033 een eindevaluatie.
Lokale aanpak
Tot slot reageert de minister in zijn brief op lokale plannen en signalen van gemeenten om op te treden tegen de overlast en gevaren van onder andere fatbikes. Hij begrijpt de zorgen van gemeenten, maar landelijke specifieke regels voor fatbikes zijn volgens eerdere onderzoeken niet uitvoerbaar. Wel blijft het Rijk inzetten op markttoezicht, handhaving en gedrag.




Geef een reactie