Na enkele proefprocessen is er volgens minister Van Oosten nu meer duidelijkheid over de mogelijkheid om een boete op te leggen bij opgevoerde fatbikes.
Fatbikebestuurders kunnen bij controles hun voertuigen eenvoudig kunnen terugzetten naar een legale stand, waardoor in de praktijk vaak geen boete wordt opgelegd. Dit leidde tot de nodige frustatie bij de politie omdat zij weten dat zij overlastgevers moeten laten doorrijden terwijl er feitelijk sprake is van opgevoerde en gevaarlijke voertuigen.
Volgens de minister is echter de technische mogelijkheid om harder dan 25 kilometer per uur te rijden op zichzelf al verboden; dit is recent bevestigd in meerdere uitspraken van de rechter. Daardoor mag de politie nu ook handhaven als alleen de mogelijkheid tot overschrijding aanwezig is, ongeacht of deze tijdens de controle is gebruikt.
Proefprocessen
Omdat er verschil van inzicht bestond over de uitleg van de wet, is bewust gekozen voor proefprocessen om de regelgeving eerst bij de rechter te toetsen. Daarmee hopen de ministeries juridische duidelijkheid en uniformiteit in handhaving te bereiken en te voorkomen dat opgelegde boetes later massaal worden teruggedraaid. De eerste rechterlijke uitspraken ondersteunen de juridische lijn van het kabinet.
Boetes slechts een fractie van aantal overtredingen
Hoewel het aantal boetes sterk is gestegen (van 643 in 2023 naar 4.845 in 2024), erkent de minister dat dit slechts een fractie is van het aantal overtredingen. Handhaving blijft het sluitstuk van het verkeersveiligheidsbeleid; naast controle zet het kabinet ook in op voorlichting via campagnes rond de risico’s van opgevoerde e-bikes en op markttoezicht door NVWA, ILT en Douane.
Het kabinet vindt de bestaande wetgeving voldoende om effectief te kunnen optreden. Mocht in hoger beroep of nieuwe zaken een andere juridische interpretatie ontstaan, dan zal de minister kijken naar aanvullende oplossingen.




Geef een reactie