De gemeente Zandvoort maakt zich ernstig zorgen over de voorgenomen verhoging van het btw-tarief op overnachtingen in hotels, pensions en vakantiehuizen van 9% naar 21%, die vanaf 1 januari 2026 moet ingaan.
In een brief aan de Tweede Kamer benadrukt wethouder Lars Carree dat deze maatregel grote gevolgen heeft voor de lokale economie en vooral toeristische ondernemers in kustplaatsen als Zandvoort ‘buitengewoon hard’ zal raken. Volgens Carree is het voorzieningenniveau in Zandvoort sterk afhankelijk van toerisme; veel inwoners werken in de branche en de gemeente concurreren dagelijks met Duitse en Belgische kustplaatsen, waar de btw op logies veel lager ligt. Door de verhoging zouden overnachtingen in Nederland fors duurder worden, wat buitenlandse toeristen kan afschrikken en hen sneller naar het buitenland laat uitwijken. Ook Nederlandse bezoekers zullen volgens de wethouder vaker kiezen voor een weekend over de grens.
Politieke keuze
Carree wijst erop dat de hogere btw niet het gevolg is van een economische crisis, maar van een politieke keuze waarbij het kabinet rekent op extra inkomsten, terwijl volgens hem ondernemers en inwoners uiteindelijk de prijs betalen. Uit analyse blijkt bovendien dat de huidige ramingen van de te behalen belastingopbrengst te optimistisch zijn: de schade aan de lokale economie zou veel groter zijn dan het verwachte voordeel voor de schatkist. De wethouder stelt dat voor elke extra euro aan btw-inkomsten, bijna twee euro aan economische waarde verloren gaat.
Daarnaast merkt Carree op dat ondernemers de gevolgen van gestegen kosten — bijvoorbeeld voor energie en personeel — al voelen en bezoekers nu vaker korter blijven. Een verdere prijsverhoging door de hogere btw zet hun marges nog verder onder druk. Zandvoort roept daarom politieke partijen op om de voorgenomen maatregel te schrappen en het lokale toerisme blijvend te beschermen tegen dergelijke landelijke besluiten.




Geef een reactie