De helft van de volwassenen in Nederland is ontevreden over het regionale woningaanbod en verwacht dat het alleen maar slechter zal worden, vooral in de Randstadprovincies.
Dit blijkt uit het onderzoek ‘Belevingen 2024’ van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Circa 40 procent van de respondenten verwacht dat het aanbod van woningen in de komende jaren verder zal verslechteren, een zorg die vooral leeft in Noord-Holland en Utrecht. Slechts 24 procent van de volwassen bevolking geeft aan tevreden te zijn over het woningaanbod in hun regio, wat het contrast met andere voorzieningen – zoals sportgelegenheden en horeca – des te groter maakt.
In Noord-Holland en Utrecht is het percentage ontevreden inwoners het hoogst; daar zegt rond de 60 procent ontevreden te zijn over de woningen. In de noordelijke provincies en Zeeland is het beeld positiever: ruim 30 procent van de inwoners daar is heel tevreden over het regionale woningaanbod.
Tevreden over andere voorzieningen
De tevredenheid over andere voorzieningen is juist veel groter. Zo is bijvoorbeeld 84 procent tevreden over het aanbod van sportgelegenheden en 82 procent over restaurants en cafés. Ook groen of natuur, ziekenhuizen, culturele voorzieningen, huisartsen, scholen, en openbaar vervoer scoren aanzienlijk hoger dan woningen. Bij deze voorzieningen zegt respectievelijk 80 tot 75 procent tevreden te zijn, terwijl het aanbod van banen met 58 procent tevredenheid op de laagste plaats na woningen staat.
Sombere toekomstverwachtingen
De toekomstverwachtingen voor het woningaanbod zijn eveneens somber. Maar liefst 38 procent van de volwassenen verwacht dat het woningaanbod in hun regio de komende jaren zal verslechteren, terwijl slechts 18 procent verbetering verwacht. Dit sombere vooruitzicht wordt het meest gedeeld door inwoners van Noord-Holland, Utrecht, Gelderland en Zuid-Holland, waar ruim 40 procent een verslechtering verwacht. In Frysln en Drenthe zijn de verwachtingen wat positiever; minder dan 30 procent verwacht daar een verslechtering.
Provinciale verschillen
Significante verschillen tussen provincies zijn zichtbaar: Noord-Holland en Utrecht scoren het hoogst op ontevredenheid en negatieve verwachtingen. In Zeeland en de noordelijke provincies wordt het woningaanbod juist positiever beoordeeld, maar dan vaak weer minder gunstig als het gaat om andere voorzieningen zoals openbaar vervoer, ziekenhuizen en scholen; in deze regio’s is men over deze voorzieningen gemiddeld minder tevreden.
In Zeeland is men relatief tevreden over het woningaanbod, maar de Zeeuwse bevolking is kritischer over voorzieningen als openbaar vervoer en gezondheidszorg. Zo is slechts 22 procent van de Zeeuwen tevreden over het openbaar vervoer in hun regio, waar dit in andere provincies varieert van 49 tot 75 procent. Daarbij verwacht een aanzienlijk deel van de Zeeuwen een verslechtering van het aanbod van andere voorzieningen in de komende jaren, met name het openbaar vervoer, ziekenhuizen en huisartspraktijken.




Die gerapporteerde ontevredenheid zorgt er in de commerciële sector voor dat huurders alleen maar denken aan zo snel mogelijk weg komen uit de te dure woning. Wat dat doet met hun motivatie om zich in te spannen in een huurdersvereniging en deel te nemen in verbeteren van hun woonsituatie is wel duidelijk. En die geringe bereidheid is dan ook wat we als Federatie Huurders in de Commerciële Sector zien.