De huidige woningnood staat bij alle politieke partijen hoog op de verkiezingsagenda. Het tekort aan betaalbare woningen, zowel huur als koop is topprioriteit. De urgentie is voor alle partijen duidelijk. De aanpak verschilt wel. Van 10 nieuwe steden tot terug naar het volkshuisvestingmodel. De hypotheekrenteaftrek is daarbij niet heilig meer.
Ondanks de inspanningen van het kabinet Schoof is het tekort aan woningen in Nederland volgens de laatste cijfers van het ministerie van VRO verder opgelopen naar 396.000. Er worden jaarlijks veel te weinig woningen gebouwd om te kunnen voldoen aan de vraag van woningzoekenden. Waar er wel wordt gebouwd, sluit het aanbod ook niet altijd even goed aan bij de vraag, bijvoorbeeld bij woningen voor ouderen en alleenstaanden, twee groeiende bevolkingsgroepen.
Vastgelopen
Redenen waarom er al jaren te weinig woningen worden gerealiseerd zijn onder meer ruimtegebrek, stroperige vergunningsprocedures, hoge bouwkosten en strengere milieuregels (stikstof). Een ingewikkeld ruimtelijk en maatschappelijk probleem, dat zorgt voor zeer lange wachttijden voor sociale huurwoningen en hoge en stijgende huizenprijzen. De gemiddelde prijs van een koopwoning bedroeg medio dit jaar 472.710 euro en blijft stijgen. Een koophuis raakt hiermee voor veel mensen steeds verder uit zicht, zeker voor starters. De radertjes van de woningmarkt zijn vrijwel tot stilstand gekomen. Voor veel partijen reden genoeg om hier in verkiezingstijd een speerpunt van te maken. Daarbij zijn er voor het eerst meerdere partijen die de hypotheekrenteaftrek -gefaseerd – willen afschaffen ten behoeve van de vastgelopen woningmarkt.
Wat zijn nu de plannen? Als we kijken naar de zes partijen die in de meest recente EenVandaag-peiling op de hoogste plekken staan zijn er veel overeenkomsten, maar zeker ook grote verschillen in aanpak. Wie er ook in een volgend kabinet komen van de partijen PVV, GroenLinks PvdA, CDA, D66, VVD en JA21, het oplossen van de woningcrisis zou geen breekpunt hoeven te worden in komende onderhandelingen.
PVV
De PVV komt in haar verkiezingsprogramma met een crisisplan wonen dat tien hoofdpunten omvat. Op nummer 1 staat het intrekken van voorrang voor statushouders die een woning zoeken. Ook wil de PVV een forse extra investering in snellere woningbouw: sociale huurwoningen, middenhuurwoningen en betaalbare koopwoningen ‘mét voldoende ruimte voor de auto’. Daarnaast moet er zowel binnenstedelijk als buiten de steden fors meer worden gebouwd. De PVV denkt daarbij aan transformatie van kantoren, splitsen en optoppen van woningen, maar ook aan nieuwe (grootschalige) woonwijken. Eén locatie heeft de PVV daarvoor al gevonden: Het Mediapark in Hilversum waar na sanering van de NPO meer dan genoeg ruimte is voor een nieuwe woonwijk.
Ook pleit de partij voor kortere en snellere vergunningverlening en het tijdelijk beperken van de mogelijkheden tot bezwaar en beroep tegen woningbouwplannen. Verder wil de PVV dat het kabinet in kan grijpen bij vastgelopen woningprojecten. Provincies en gemeenten die niet voldoende bouwen of meewerken, worden ‘aangepakt’. De hypotheekrenteaftrek laat de partij ongemoeid. Hoe de partij deze plannen wil bekostigen blijft vooralsnog onbekend.
GroenLinks PvdA
Bij GroenLinks-PvdA is wonen het leidende thema in het verkiezingsprogramma en wordt volkshuisvesting weer een topprioriteit. ‘Met het grootste investeringsprogramma in decennia gaan we ruim 100.000 woningen per jaar bouwen’, aldus partijleider Frans Timmermans tijdens de presentatie van het programma. De partij komt naar eigen zeggen met de grootste vernieuwing van het woonbeleid sinds de jaren negentig, toen de overheid uit de volkshuisvesting stapte. Daarbij doen de markten een stapje terug en wordt woningen bouwen niet alleen in woord maar ook in daad weer een publieke taak.
In de praktijk betekent dat volgens GroenLinks PvdA woningen bouwen voor iedereen – de sociale meerderheid – en de regie op grond terugbrengen in publieke handen. Een nieuwe regering moet direct met een Wet versnelling woningbouw komen om te zorgen dat er ook daadwerkelijk sneller gebouwd wordt. De wet moet belemmeringen hiervoor wegnemen. Ook wijst de partij voldoende locaties aan voor nieuwbouw, verkort en vereenvoudigt de bezwaarprocedures en haalt Nederland van het stikstofslot. GroenLinks PvdA wil de hypotheekrente in 12 jaar afbouwen. Tegenover de afbouw zet de partij onder meer een verhoging van het minimumloon en diverse belastingverlagingen die vooral gunstig uitpakken voor de lagere inkomens.
VVD
De VVD schrijft dat de partij inzet op meer huizen en betere wijken, waar het voor iedereen fijn is om te wonen. De woningcrisis is ook volgens de VVD hét grootste probleem van deze tijd. ‘Jongeren blijven op zolder wonen, starters stranden op de wachtlijsten voor sociale huurwoningen, en ouderen zitten vast in huizen die niet meer passen. De VVD wil niet alleen ‘een straatje erbij’, maar hele nieuwe woonwijken, 30 stuks in totaal, zowel in de randstad als in meer onbevolkte gebieden. Ook wil de partij flink in de regels schrappen. Bestaande wijken moeten beter: minder overlast en meer veiligheid. Woningcorporaties vernieuwen en verduurzamen in kwetsbare wijken waar zij voor leefbaarheid zorgen. Want wie al een huis heeft, wil er ook prettig kunnen blijven wonen.
Bouwen, bouwen, bouwen is de manier om het woningtekort op te lossen, schrijft de partij. De huizen moeten aan de randen van steden of dorpen komen omdat bouwen daar goedkoper is. Ander belangrijk punt is dat de VVD de regie op de ruimtelijke ordening en bouwproductie weer in handen van het Rijk wil leggen. Rijksmiddelen worden daarbij vooral ingezet voor het bouwen van betaalbare koopwoningen en daarnaast op betaalbare huurwoningen. Verder moet er een kooprechtwet komen, waarbij elke huurder wettelijk het recht krijgt om de eigen grondgebonden sociale huurwoning te kopen. De hypotheekrenteaftrek blijft in de huidige vorm bestaan, want dat zou een gemiddelde starter netto 400 euro per maand kosten, aldus de partij.
CDA
Het CDA wil het principe van straatje erbij uitbreiden tot een volwaardig woonprogramma voor ‘buurtje erbij’ of ‘wijkje erbij’, zo staat in het verkiezingsprogramma. ‘Zo kunnen jongeren in hun eigen dorp blijven wonen.’ Daarbij zet de partij fors in op het bouwen van nieuwe huurwoningen in het middensegment.Zo kunnen groepen als leraren, verpleegkundigen en politieagenten toegang krijgt tot een passende woning. Daarnaast wil de partij aansturen op het optoppen en splitsen van bestaande woningen. Gemeenten krijgen daarbij de ruimte om woningdelen tot en met drie personen vergunningsvrij toe te staan.
Het CDA pleit net als veel andere partijen voor minder regels en hogere drempels voor bezwaar en beroep. Gemeenten en ontwikkelaars moeten hiervoor vroegtijdig met omwonenden in gesprek gaan. Woningcorporaties krijgen voldoende financiële armslag om de Nationale Prestatieafspraken te kunnen uitvoeren. Huurders mogen hun corporatiewoning kopen onder redelijke voorwaarden, waarbij de opbrengst gaat naar nieuwbouw, verduurzaming en herstructurering. Het CDA wil de huren, ook de middenhuur, betaalbaar houden. Daarbij heeft de partij oog voor kleine verhuurders die onevenredig worden geraakt door het verbod op tijdelijke huurcontracten met name voor studenten. De partij wil verruiming hiervoor. Het CDA bouwt de hypotheekrenteaftrek geleidelijk af over een periode van 30 jaar. De opbrengsten zullen een op een worden gebruikt om de inkomstenbelasting te verlagen.
D66
D66 koppelt wonen en sociale zekerheid aan elkaar en wil bouwen aan een samenleving die toegankelijk is voor iedereen, ook als je een beperking hebt. Wonen is een basisrecht volgens de partij, of je nu starter of senior, student of statushouder bent. De partij zet in op doorstroming door ouderen aan een nieuwe woning te helpen , zodat er plek vrijkomt voor jongeren gezinnen. Huurders krijgen van D66 meer rechten en zekerheid. In elke woonwijk wil de partij meer groen, deelvervoer en plekken waar mensen elkaar kunnen ontmoeten. Om dat te realiseren komt de partij met een plan om 10 nieuwe steden bouwen. ‘Met een straatje of wijkje erbij halen we nooit de gewenste 100.000 woningen per jaar.’
De tien nieuwe steden van D66 komen vooral bij bestaande steden of kernen en bij grote OV-knooppunten. De partij wil gemengd bouwen in deze nieuwe steden. Er komen betaalbare koopwoningen, middenhuur woningen, sociale huurwoningen, levensloopbestendige woningen voor ouderen en huizen voor jongeren.
Omdat de steden er niet meteen morgen staan start de partij met beter gebruik te maken van wat er nu al is. Dat willen ze doen door lege gebouwen om te bouwen, extra verdiepingen toe te voegen en oude gebouwen te herontwikkelen. Ook kijkt de partij waar meer huizen in bestaande wijken kunnen worden gebouwd. Daarnaast wil D66 een Rijksgrondfaciliteit (een landelijke grondbank) oprichten, zodat de grond die het Rijk in bezit heeft of krijgt, ingezet kan worden om sneller huizen te bouwen. Daarvoor maken de democraten jaarlijks 2 miljard euro vrij om de woningbouw uit het slop te halen. Ook gaan tal van regels en vergunningen op de schop om vaart te kunnen maken met de woningbouw. D66 wil de hypotheekrenteaftrek afbouwen in 12 jaar. Ter compensatie mikt de partij met fiscale pakketten op lagere lasten op arbeid en hogere lasten voor vermogens en bedrijfswinsten.
JA21
JA21 wil dat de markt de ruimte krijgt om de woningproductie af te stemmen op de demografische trends, zowel qua woningtype, grootte als regionale verschillen. Daarnaast wil de partij een beleid ontwikkelen om de bevolkingsgroei van Nederland te beperken, door onder meer het juridisch verankeren van migratieplafonds en scherpe selectie van arbeidsmigratanten en gezinshereniging. Ook pleit JA21 voor weer een nieuwe nota Ruimte, waarbij nieuwe locaties voor woningbouw worden aangewezen en het handhaven van de huidige investering voor woningbouw van 0,5% van het BBP.
De partij wil het investeringsvertrouwen weer laten groeien door o.a. de Wet betaalbare huur in te trekken, de fiscale druk op de huurwoningmarkt te verlagen, door op termijn te komen tot een afbouw van de huurregulering naar een huurvorming vanuit de markt, én door een duidelijk en voorspelbaar overheidsbeleid. Verder zet de partij net als veel andere partijen in op optoppen, woningdelen, straatje erbij, aanpassen regels. JA21 wil de hypotheekrenteaftrek behouden.




Geef een reactie