Steeds meer gemeenten voeren actief beleid om discriminatie tegen te gaan. Grote gemeenten lopen voorop, terwijl kleine gemeenten nog achterblijven door gebrek aan capaciteit en prioriteit.
Dat blijkt uit de monitor lokaal antidiscriminatiebeleid 2025 van Movisie, een landelijk kennisinstituut voor sociale vraagstukken.
Volgens het onderzoek richten gemeenten hun beleid vooral op onderwijs, arbeidsmarkt en sport, met nadruk op de aanpak van racisme en lhbtiqa+-discriminatie. Leeftijds- en religiediscriminatie krijgen minder prioriteit, net als anti-Aziatisch racisme en antiziganisme (discriminatie van Roma en Sinti).
Lokaal beleid
Het aandeel gemeenten met een expliciet lokaal antidiscriminatiebeleid steeg van 33 procent in 2017 naar 37 procent in 2025. Daarnaast werkt 44 procent van de gemeenten momenteel aan nieuw beleid, terwijl dat in 2022 nog 35 procent was. De rol van antidiscriminatievoorzieningen (ADV’s) lijkt bovendien iets te zijn versterkt sinds 2022. Ze nemen een groeiend pakket aan taken op zich, van klachtbehandeling en registratie tot advies en ondersteuning bij beleid.
Hoe groter de gemeente, hoe groter de kans op lokaal beleid tegen discriminatie. Van de deelnemende G40-gemeenten heeft 58 procent beleid, terwijl de grote plattelandsgemeenten (P10) achterblijven met slechts 23 procent. Ten opzichte van 2022 is het aantal gemeenten binnen de P10 met antidiscriminatiebeleid zelfs gedaald.
Verschillende redenen
Gemeenten die nog geen lokaal beleid tegen discriminatie voeren, hebben hier verschillende redenen voor. Bij de grootste groep, namelijk 44 procent, is het beleid nog in ontwikkeling. Ook zijn er gemeenten die aangeven een gebrek aan capaciteit of financiële middelen te hebben. Andere gemeenten voeren al actief inclusiebeleid, waar discriminatie al in opgenomen is. Van de kleinere gemeenten geeft bijna driekwart aan dat lokaal beleid niet nodig is of geen prioriteit heeft.
Het achterblijven van de kleine gemeenten is zorgelijk, vinden de onderzoekers. Zo wonen in deze gemeenten vaak minder mensen met een migratie- of vluchtelingenachtergrond. Daardoor hebben ze minder steun aan elkaar.
Online discriminatie
Gemeenten geven minder aandacht aan online discriminatie, terwijl het veel voorkomt en bovendien ernstige gevolgen kan hebben. Uit onderzoek van Kenniscentrum Inclusief Samenleven (KIS) bleek vorig jaar al dat een groot deel van de jongeren online haatspraak of discriminatie meemaakt. De onderzoekers zagen toen een sterke relatie tussen het ervaren van deze discriminatie en depressieve klachten.
Movisie wijst erop dat de online wereld gemeentegrenzen overschrijdt, wat lokale aanpak lastiger maakt.
Aanbevelingen voor gemeenten
Binnen antidiscriminatiebeleid gaat de meeste aandacht naar preventie. Dit gebeurt onder andere via voorlichting, trainingen en campagnes. Op het gebied van langdurige discriminatie en nazorg voor slachtoffers valt volgens het onderzoek nog winst te behalen. Daarom doet Movisie verschillende aanbevelingen aan gemeenten.
Om langdurige discriminatie tegen te gaan, is het belangrijk om preventie te combineren met aanpak. Hiervoor adviseren ze een intensieve samenwerking tussen onder andere politie, woningcorporaties, ADV’s en actieve inwoners. Verder raden de onderzoekers aan om ADV’s te versterken en vragen ze aandacht voor onderbelichte discriminatiegronden, zoals leeftijd, religie en antiziganisme.
De landelijke overheid kan onder andere bijdragen door een samenwerking rond online discriminatie op te zetten. Zo kunnen gemeenten buiten hun eigen grenzen met elkaar samenwerken om grip te krijgen op dit fenomeen.



Geef een reactie