Een vraag op LinkedIn zette mij aan het denken. “Zou een landelijke databank van lokale moties jullie als raadsleden kunnen helpen in jullie werk?” Ze zullen voor zichzelf vast deze vraag beantwoorden, want het gaat om hun werk. Als hulpmiddel hierbij mijn ‘two cents’ over een motiedatabase.
Het eerste beeld dat bij mij opkwam was mijn moeders’ receptenboek, vol beproefde recepten, handige trucs en knipsels uit de Allerhande. Heerlijk om doorheen te bladeren als je zelf even geen inspiratie hebt en ideaal als je snel iets goeds op tafel wilt zetten. Maar wie alleen nog uit het boek kookt, vergeet al gauw zijn eigen smaak. In de politiek werkt het ook zo.
De zonnige kant: inspiratie en tijdwinst
Stel er is een landelijke database van moties. Raadsleden hoeven het wiel niet telkens opnieuw uit te vinden. Een goed voorbeeld geeft richting, scherpt de formulering en helpt voorkomen dat je met je writer’s blok een halve avond naar je scherm zit te turen. Met een degelijk pastarecept zet je in een kwartier een prima maaltijd op tafel. Zo helpt een heldere motietekst van een andere gemeente om sneller tot de kern te komen. Je hebt nu eenmaal niet alle tijd en niet iedereen is even taalbedreven.
De kwaliteit profiteert mee. In een database zie je wellicht varianten naast elkaar: hoe raad A het verzoek aan het college precies inkadert, welke meetbare doelen raad B hanteert, en welke kanttekeningen raad C toevoegt. Je kookt met verschillende pannetjes; een beetje van dit en een beetje van dat. Ook helpt het tegen kennisverlies bij wisselingen in de raad. Waar recepten in verhuisdozen verdwijnen, blijft een centrale verzamelplek gewoon beschikbaar. Voeg daar nog een snufje transparantie aan toe—inwoners en journalisten kunnen meekijken welke ideeën rondzingen—en je krijgt een overzicht waar je iets mee kunt en waar je gesprekken mee verdiept.
De schaduwkant: pakjespolitiek en papieren winst
Let wel op gemakzucht. Een database verleidt tot knippen en plakken: naam veranderen, plaatsnaam vervangen, klaar. Je trekt een Febo-motie uit de muur. Dat scoort snel op sociale media, maar het risico is dat de lokale context verdampt. Een motie over deelmobiliteit die paste in een dichtbebouwde binnenstad, kan in een lintdorp totaal anders uitpakken. Je moet in jouw eigen raad eerst proeven of het recept hier past.
Er dreigt bovendien motie-inflatie. Als er altijd iets kant-en-klaar voorhanden is, belandt er sneller méér op de agenda. Dat lijkt ondernemend voor de buitenwacht, maar het vergroot de stapel werk bij college en ambtelijke organisatie en duwt het échte, inhoudelijke gesprek juist naar de achtergrond.
Ik zie ook een probleem voor de politieke dynamiek. Het mooiste aan lokaal handwerk is dat partijen bij elkaar kruipen om te schaven, te ruilen en te verbeteren. Met een kant-en-klare motie ligt de kortste route voor de hand: die van jou of die van mij? Dat levert minder gemeenschappelijk eigenaarschap op. En als landelijke partijen hun eigen agenda in de database duwen, sluipt de Haagse menukaart de raadzaal binnen. Handig voor urgentie, zeker, maar het gevaar is dat streekgerechten verdwijnen onder een uniforme saus.
Zonder smaakverlies: zo houd je het lokaal
Database of google (want dat kan ook altijd) kunnen de basis zijn, maar niet het eindproduct. Begin bij het begin: is dit hier echt een probleem, voelen inwoners het ook zo, en kunnen we het met onze middelen en op onze schaal uitvoeren? Bel een collega op, loop langs bij de sportkantine, praat met een ondernemer op de hoek. Eén concreet praktijkverhaal is vaak waardevoller dan tien ‘overwegende’ en ‘constaterende’.
Schrijf vervolgens expliciet op waarom deze motie in juist jouw gemeente nodig is en hoe je straks gaat meten wat ze heeft opgeleverd. Dat dwingt tot nadenken over realistische termijnen, budgetten en verantwoordelijkheden. Laat je inspireren door de structuur en de scherpe formuleringen uit de database, maar voeg lokale ingrediënten toe: recente cijfers, een verwijzing naar een lopend project, een afspraak met een partnerorganisatie. Zo wordt het geen Febo-motie, maar je eigen huisspecialiteit.
Een goede motiedatabase is een zegen voor wie wil leren, tijd wil winnen en kwaliteit wil verhogen. Maar de ziel van lokaal bestuur blijft de eigen smaak. Proeven, aanpassen, samen roeren, zó bepaalt de raad of inwoners het verschil proeven.
Pascale Georgopoulou is oud-raadslid, oud-griffier en zelfstandig adviseur binnen de publieke zaak op het gebied van de Omgevingswet, participatie en de energietransitie.




Geef een reactie