Na ernstige incidenten worden vaak onderzoekscommissies ingesteld, die vervolgens soms tot harde conclusies komen. Leonard Geluk, promovendus aan de Erasmus Universiteit en directeur bij de Vereniging voor Nederlandse Gemeenten, onderzocht zeven spraakmakende commissies. Hij plaatst kritische kanttekeningen.
Geluk raakte al aan het begin van zijn politieke loopbaan geïnteresseerd in het onderwerp, toen hij als raadslid te maken kreeg met discussies rond het rapport over het vertrek van burgemeester Peper in Rotterdam. Ondanks latere rehabilitatie door de rechter was diens carrière al ten einde door het oordeel van de commissie. Dit bracht Geluk tot de vraag: worden bestuurders soms te makkelijk als zondebok aangemerkt en is de kwaliteit van commissieonderzoek wel voldoende?
Voor zijn proefschrift nam Geluk rapporten onder de loep van onder andere de affaires bij Vestia, Meavita, ROC Leiden, Inholland en Woonbron (het SS Rotterdam-project). Hij analyseerde de onafhankelijkheid, werkmethodiek, normstelling en onderbouwing van de commissies. Een van de opvallendste uitkomsten is dat commissies vaak te eenzijdig kijken; de nadruk ligt dikwijls op bestuurlijk falen, terwijl andere factoren (zoals context of pech) onvoldoende aandacht krijgen. Zo bleek in de periode van 2006-2015 de financiële crisis een bepalende achtergrond voor mislukkende projecten, maar dat werd zelden in de rapporten benoemd. Een commissieoordeel is volgens Geluk mede gestuurd door de maatschappelijke behoefte aan een eenduidig verhaal met een duidelijke schuldige, terwijl de werkelijkheid in veel gevallen weerbarstiger en complexer is.
Professionele schade
Hij bespreekt het voorbeeld van de SS Rotterdam, waarbij aanvankelijk groot politiek draagvlak was voor de aankoop, maar achteraf – na forse tegenvallers – bestuurders publiekelijk werden veroordeeld op gronden die met de kennis van toen niet te voorzien waren. Ook stelt Geluk vast dat verdediging of hoger beroep bij negatieve oordelen van commissies vrijwel onmogelijk is, wat grote persoonlijke en professionele schade kan opleveren; regelmatig haalde de rechter zulke oordelen achteraf onderuit.
Algemene beginselen van behoorlijk commissieonderzoek
Volgens Geluk is er dringend behoefte aan algemene beginselen van behoorlijk commissieonderzoek: commissies zouden transparanter moeten zijn over hun normen en werkwijze, structureel meerdere verklaringsrichtingen moeten overwegen en zich behoeden voor tunnelvisie. Want alleen dan zijn hun oordelen geloofwaardiger en kan de samenleving er echt lering uit trekken. Een degelijk onderzoeksrapport is vaak genuanceerd en daarmee misschien ook wat minder spannend, maar juist dat is nodig voor zorgvuldigheid en rechtvaardigheid.

Geef een reactie