Waterschappen staan steeds meer op hun strepen bij de ruimtelijke planvorming door gemeenten. De gang naar de rechter wordt niet geschuwd. Gemeenten zijn gewaarschuwd.
De ontwikkeling van het dorp Cortelande in de gemeente Zuidplas geldt als prangend voorbeeld van de opbloeiende strijdlust van de waterschappen. Kort nadat de raad het bestemmingsplan mei vorig jaar had vastgesteld, maakte Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard (HHSK) de hoogst ongebruikelijke stap naar de Raad van State. Met als inzet: de vernietiging van het plan.
Kort samengevat komt de kritiek van het waterschap erop neer dat de gemeente doet alsof het om een alledaags bouwproject gaat. Het nieuwe dorp komt echter in een van de laagst gelegen polders (-6,76 meter NAP) van ons land. Alle reden de toekomstige bewoners te beschermen tegen de door de klimaatverandering aanzwellende piekbuien. Het waterschap zag borging van de waterveiligheid onvoldoende in het plan terug, zoals een toereikende ophoging van het vloerpeil van de woningen. Ook waren er aanzienlijke risico’s voor het watersysteem en de waterkwaliteit.
Maar de gemeente had vrijwel alle watertechnische adviezen terzijde geschoven. Een rechtsgang was de enige resterende optie om het plan te verhinderen, aldus het waterschap.
Impasse
Om de al maanden voortslepende impasse te doorbreken, stelde minister Mona Keijzer (volkshuisvesting en ruimtelijke ordening) in februari oud-Deltacommissaris Wim Kuijken aan om te bemiddelen. Na een intensief traject kon Kuijken de plooien begin november glad strijken. Er komt alsnog een waterhuishoudkundig plan waarin het hoogheemraadschap tevreden wordt gesteld.
Wat zeker hielp is de extra 78 miljoen euro waar minister Keijzer mee kwam aanzetten voor de gemeente, om onder meer de benodigde waterbeheersmaatregelen te treffen om het waterschap tegemoet te komen.
Het bestemmingsplan is inmiddels door de raad van Zuidplas aangepast met een herstelbesluit. Wel moeten de afspraken nog door de beide colleges worden ondertekend, wat binnenkort gaat gebeuren. HHSK zal de Raad van State-zaak dan intrekken.
Zienswijzen
Dat de waterschappen zich niet meer laten passeren bij de ruimtelijke planvorming van gemeenten, is ook in het jaarverslag van Aa en Maas over 2024 terug te vinden. Hier was nog niet sprake van een gang naar de rechter. Wel diende het waterschap vorig jaar maar liefst 25 zienswijzen in tegen ontwerp-bestemmingsplannen van de gemeenten in zijn gebied. De reden ook hier: de plannen hielden onvoldoende rekening met het waterbelang.
Door de druk van de inwerkingtreding van de Omgevingswet moesten er in de eerste helft van 2024 veel plannen onder het oude recht worden afgehandeld. Volgens Aa en Maas heeft dat geresulteerd in kwalitatief mindere plannen waarbij het waterbelang vaker onvoldoende was geborgd.
Watertoets
Het activisme van de waterschappen heeft alles te maken met het verlies van de ‘Watertoets’. Onder de vorige ruimtelijke wet- en regelgeving moesten gemeenten bij elk bestemmingsplan verplicht motiveren dat de gevolgen voor de waterhuishouding aanvaardbaar waren en dat het daarover overleg had gevoerd met het waterschap. Werd deze procedure onvoldoende doorlopen, dan kon de provincie het plan afkeuren.
Met de Watertoets had het waterschap vergaande invloed op de ruimtelijke planvorming.
Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet is daar de ‘weging van het waterbelang’ voor in de plaats gekomen en verdween de dwingende watertoets. Gemeenten moeten de waterbeheerder bij hun ruimtelijke plannen betrekken voor het inschatten van de gevolgen voor het watersysteem. Er gelden echter geen regels voor hoe de gemeente dat moet doen.
Anders gezegd: het waterschap mag een advies uitbrengen, maar de gemeente hoeft daar niets mee te doen.
Lobby
Tot ergernis van de waterschappen, die benadrukken dat de klimaatverandering de noodzaak onderstreept dat het waterbelang een cruciale rol speelt in de belangenafweging bij de ruimtelijke planvorming. Slechts een advies vragen aan het waterschap is dan te vrijblijvend. Sindsdien wordt er een verbeten lobby gevoerd om de toetsing van gemeentelijke plannen meer dwingend te maken.
Zonder succes: minister Keijzer heeft aangegeven er niets voor te voelen om zoiets wettelijk te regelen.
De reikwijdte van de in de Omgevingswet afgezwakte toetsing van het waterbelang is echter onduidelijk en daarmee de vraag in hoeverre de invloed van het waterschap nog gaat. Dat was voor HHSK eveneens een belangrijke reden om naar de rechter te stappen, namelijk om deze vraag in de praktijk te laten toetsen.
De les uit Cortelande: stampij maken helpt. Gemeenten zijn gewaarschuwd. Het waterschap staat op zijn strepen.
Rijnenburg
Utrecht was hier in elk geval gevoelig voor. Ook in de nog te ontwikkelen polder Rijnenburg aan de zuidwestkant van de gemeente bemoeide het waterschap zich nadrukkelijk met de planvorming. In 2021 gaf Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden (HDSR) de boodschap af niet te gaan bouwen in het noordelijke, lager gelegen deel van de polder. De slappe veenbodem is ter plekke uiterst gevoelig voor bodemdaling en wateroverlast door het snel veranderende klimaat.
In plaats daarvan wees HDSR het noordelijke deel van de polder aan als zoekgebied voor circa 1 miljoen kubieke meter aan regionale waterberging.
De gemeente Utrecht heeft de plannen daarop bijgesteld. Aanvankelijk was de gehele polder voor woningbouw in beeld. In het eind vorig jaar gesloten akkoord tussen de betrokken overheden en marktpartijen is bebouwing van het noordelijk deel van het ontwikkelingsproject geschrapt. In plaats daarvan komt er nu een landschapspark.
Volgens HDSR had de gemeente geen enkele keus. De gang naar de rechter was in Rijnenburg niet aan de orde. Het waterschap heeft daar vroegtijdig zijn tanden laten zien, namelijk dat het niet alleen adviseur is maar een sturende partij in de besluitvorming over de inrichting van de polder.




Geef een reactie