Nederland staat voor een grote opgave: in de komende 25 jaar moeten landbouw en natuur weer met elkaar in balans worden gebracht. De benodigde veranderingen zijn ingrijpend, maar bieden perspectief op een groener en schoner landschap.
De relatie tussen landbouw en natuur is in Nederland al eeuwen verweven, maar sinds de Tweede Wereldoorlog is het evenwicht verstoord geraakt door schaalvergroting en intensivering van de landbouw. Dit leidde tot verlies van houtwallen, verdroging van landschappen en sterke achteruitgang van plant- en diersoorten. Ondanks technologische vooruitgang en milieubeleid zoals de aanleg van de Ecologische Hoofdstructuur, blijft de Nederlandse natuur onder druk staan. De maatschappelijke onrust over de impact van landbouw op natuur, waterkwaliteit en klimaat is de afgelopen decennia fors toegenomen. Daarnaast maken de Europese doelen een verbetering noodzakelijk.
Scenario’s voor de toekomst
In de Landbouw- en Natuurverkenning van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) worden twee mogelijke scenario’s uitgewerkt om in 2050 de doelen voor natuur, waterkwaliteit en klimaat te halen:
- In het intensief-technologische scenario blijft landbouw zoveel mogelijk behouden, dankzij hoogwaardige technologie en innovatie. Naast forse uitbreiding en herstel van natuurgebieden wordt de ruimtelijke ordening geoptimaliseerd voor zowel landbouw en natuur. Melkvee staat hoofdzakelijk op stal en alleen de meest concurrerende bedrijven kunnen overleven. Een derde van het landbouwareaal krijgt een andere natuurfunctie, en overgangszones rond natuurgebieden spelen een bepalende rol.
- In het natuurinclusieve scenario is er extensieve landbouw die sterk verweven is met natuur. Er is hierin veel aandacht voor agrarisch natuurbeheer en groen-blauwe dooradering. De landbouw sector halveert, er komt ruimte voor herstel van algemene soorten en boeren ontvangen aanvullende inkomsten via groene diensten. Ruim de helft van het landbouwareaal krijgt (deels) een natuurfunctie, en landbouw in overgangszones lijkt op die in Oostenrijk of Engeland.
Implicaties en politieke keuzes
Om de doelen te halen, moet in beide scenario’s het gebruik van agrarische grond aanzienlijk veranderen. Het areaal natuurgebied moet flink toenemen . Technologische innovatie biedt geen volledige oplossing, maar enkel focussen op natuurinclusieve landbouw voldoet evenmin. Een breed gedragen politieke visie en het combineren van maatregelen uit beide scenario’s is noodzakelijk. Moeilijke keuzes zijn hierbij onvermijdelijk.
Bij het opstellen van de scenario’s zijn zeven kernkeuzes geformuleerd die van belang zijn voor het halen van de doelen voor natuur, waterkwaliteit en klimaat. Sommige maatschappelijke zorgen, zoals dierenwelzijn en gezondheid van mensen, zijn daarbij niet meegenomen. In de reflectie op keuzes voor de toekomst komen ze wel aan de orde. Daarbij valt op dat het intensief-technologische scenario op gespannen voet staat met dierenwelzijn. Koeien worden in dit model zo veel mogelijk in stallen gehouden en uitloop is maar beperkt mogelijk. In 2012 leidde verzet tegen het groeiende aantal bedrijven dat melkvee op stal hield tot het Convenant weidegang. En in 2025 werd het convenant ‘Stappen naar een dierwaardige veehouderij’ getekend. Een van de principes die hieraan ten grondslag ligt is dat dieren voldoende mogelijkheden moeten krijgen om natuurlijk gedrag te vertonen, zoals bewegen en sociaal contact met soortgenoten.




Geef een reactie