Bijna 40 procent van de gemeenten blijft actief optreden tegen mensen die permanent in een vakantiehuis wonen, ondanks de eerdere oproep van minister Mona Keijzer om dat voorlopig niet te doen.
Dit blijkt uit een rondvraag van Pointer. Door de krapte op de woningmarkt verblijven naar schatting minimaal 60.000 mensen het hele jaar op een vakantiepark, terwijl dat volgens de huidige regels meestal niet is toegestaan.
Keijzer wil met een instructieregel bereiken dat permanente bewoning van recreatiewoningen onder voorwaarden tien jaar wordt toegestaan voor mensen die kunnen aantonen dat zij sinds 16 mei 2024 in hun vakantiehuis wonen en dat de woning aan de gebruikelijke veiligheids- en gezondheidseisen voldoet. Zolang die instructieregel nog niet van kracht is, beslissen gemeenten zelf of zij handhaven; een rondvraag laat zien dat 94 van de 243 antwoordende gemeenten dat alsnog actief doen.
Onuitvoerbaar
De VNG en het Interprovinciaal Overleg verwerpen de plannen van Keijzer en noemen de instructieregel onuitvoerbaar, niet doelmatig en juridisch onzorgvuldig; zij vinden dat het beleid rond permanente bewoning lokaal maatwerk moet blijven en dat de maatregel de woningnood niet wezenlijk vermindert. Slechts een handvol gemeenten zegt expliciet achter het voorstel van de minister te staan, terwijl andere gemeenten vooral vanwege beperkte handhavingscapaciteit of alleen bij overlast niet ingrijpen.
Dat zorgt voor een lappendeken aan lokaal beleid: permanente bewoning is formeel verboden, maar het wordt per gemeente anders benaderd. Parkeigenaren worden soms gedwongen zelf tegen bewoners op te treden en naar de rechter te stappen, terwijl bewoners die al jaren gedoogd worden blijven zitten met onzekerheid over hun woonzekerheid op korte en langere termijn.



Geef een reactie