
Minister Keijzer wil het wonen in een vakantiehuisje voor 10 jaar legaal maken. Dat schrijft zij in een concept-instructie aan gemeenten.
De instructieregel gaat vanaf 27 mei acht weken in consultatie, waarbij iedereen tot en met 22 juli op het plan kan reageren. Na verwerking van de reacties stuurt de minister het voorstel na de zomer naar de Tweede Kamer. De instructieregel kan in 2026 van kracht worden.
Aanleiding is de aanhoudende woningnood en de grote groep mensen die, vaak noodgedwongen, permanent in een recreatiewoning verblijft. Circa 60.000 mensen staan in de Basisregistratie Personen (BRP) ingeschreven op het adres van een recreatiewoning, maar het werkelijke aantal permanente bewoners ligt waarschijnlijk hoger. Bewoners verkeren door het huidige handhavingsbeleid in onzekerheid, omdat gemeenten op grond van het omgevingsplan handhavend kunnen optreden. Tegelijkertijd is het voor deze groep vaak onmogelijk om alternatieve woonruimte te vinden, wat leidt tot stress en onwenselijke situaties.
Peildatum
Het kabinet wil deze onzekerheid tijdelijk wegnemen door een instructieregel in het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) op te nemen. Deze verplicht gemeenten om bestaand gebruik van recreatiewoningen voor permanente bewoning, mits aan bepaalde voorwaarden voldaan wordt, gedurende 10 jaar toe te staan. De regeling geldt uitsluitend voor mensen die uiterlijk op 16 mei 2024 permanent in een recreatiewoning woonden. Deze peildatum voorkomt speculatie en een toevloed van nieuwe gevallen. De regeling is persoonsgebonden en geldt niet voor nieuwe bewoners of eigenaren van reguliere woningen elders in Nederland.
De instructieregel werkt dwingend door: gemeenteraden mogen geen strengere eisen stellen en moeten hun omgevingsplan aanpassen. Wel kunnen gemeenten ervoor kiezen om een ruimere doelgroep toe te staan, maar dan gelden de normale milieuregels. De regeling voorziet in twee manieren van bewijs: inschrijving in de BRP of alternatieve bewijsstukken van bijvoorbeeld de Belastingdienst of zorgverzekeraar. Gemeenten kunnen een vergunningplicht instellen, maar mogen geen aanvullende voorwaarden stellen die het doel van de instructieregel doorkruisen.
Om misbruik en ondermijning te voorkomen, kunnen gemeenten een Bibob-onderzoek uitvoeren bij vergunningaanvragen. Ook blijven bestaande privaatrechtelijke afspraken, zoals huurcontracten, van kracht.
Milieuregels
De instructieregel maakt een uitzondering op bepaalde milieuregels rond geluid, geur, trillingen en slagschaduw voor de betreffende recreatiewoningen. Dit is tijdelijk en proportioneel, gezien de bijzondere omstandigheden op de woningmarkt. Na afloop van de tien jaar vervalt de uitzondering en moet opnieuw worden getoetst aan het dan geldende omgevingsplan.
Gemeenten krijgen tot 1 januari 2032 de tijd om hun omgevingsplan aan te passen. Voor bewoners betekent de regeling duidelijkheid en rust, voor gemeenten enige extra regeldruk, maar minder handhavingslasten schrijft de minister. De regeling wordt na acht jaar geëvalueerd op effectiviteit en doeltreffendheid.
Zeer positieve maatregel om de DWANG op te heffen om een huis aan te houden, omdat je niet in je eigen Recreatiewoning mag wonen. Ons huis ligt niet op een park en is toegankelijk voor hulpdiensten met eigen brug en parkeerplaatsen.
Informatie van de gemeente is, dat, ondanks het voldoen aan alle regels, 2018 nieuw gebouwd, wij ons huis in de stad MOETEN houden, officieel omdat registratie van Rijbewijs, Paspoort en Belastingdienst in de Recreatiewoning niet KAN.
Wij zijn 73 en 72 jaar, de kinderen zijn de deur uit en wij willen graag kleiner wonen.
Woningtekort/doorstroming:
Als de maatregel zeker is, zullen wij ons huis in de stad verkopen, zodat er DOORstroming kan plaatsvinden,
hetgeen in het kabinetsbeleid past.