Het kabinet wil de regels voor kinderopvangorganisaties aanscherpen. Vanaf 2029 worden winsten begrensd en mogen bestuurders niet meer verdienen dan het maximumsalaris in de publieke sector, dat nu op € 246.000 ligt.
In dit nieuwe stelsel betalen werkende ouders nog maar een klein deel van de opvangkosten. De rest wordt rechtstreeks door de overheid aan de kinderopvangorganisaties vergoed, waardoor de kinderopvangtoeslag verdwijnt en terugvorderingen tot het verleden behoren. Hierdoor maakt het straks niet meer uit hoeveel ouders verdienen: iedereen ontvangt hetzelfde hoge vergoedingspercentage, waardoor werk meer loont en de kosten voor kinderopvang aanzienlijk lager worden.
Excessieve beloningen aan banden
Naast het grote voordeel voor ouders krijgen kinderopvangorganisaties in het nieuwe systeem zekerheid over hun financiering. Het kabinet trekt daarvoor jaarlijks ruim € 9 miljard uit—anderhalf keer zo veel als nu. Om te voorkomen dat deze investering leidt tot ongewenste prijsstijgingen of overwinsten, worden er duidelijke regels opgesteld. Ook worden excessieve beloningen bij bestuurders aan banden gelegd. Kinderopvangorganisaties gaan namelijk vallen onder de Wet Normering Topinkomens, zodat publieke middelen voor kinderopvang niet wegvloeien via te hoge salarissen of winsten.
Het kabinet vindt het essentieel dat het extra belastinggeld terechtkomt bij werkende ouders en dat ondernemers in de sector ruimte houden voor innovatie en gezond ondernemerschap. Daarom wordt de kinderopvang officieel aangemerkt als dienst van algemeen economisch belang (DAEB). Dit waarborgt dat de sector kan profiteren van stabiele overheidsinvesteringen zonder dat ongeoorloofde staatssteun ontstaat of innovatie wordt afgeremd.
Gemeentelijk beleid, waaronder verruiming mogelijkheid vergoeden ouderbijdrage
Het kabinet wil dat gemeenten meer mogelijkheden krijgen om de eigen bijdrage van ouders te vergoeden. Dit kan door de huidige doelgroepen voor het vergoeden van de ouderbijdrage los te laten in het wetsvoorstel. Deze aanpassing geeft gemeenten meer ruimte om betaalbare kinderopvang voor meer kwetsbare groepen mogelijk te maken. Daarbij lost deze stap een huidig knelpunt bij gemeenten op schrijft Nobel. In samenhang met de andere gemeentelijke regelingen die er rondom kinderopvang zijn, biedt dit mogelijkheden voor gemeenten om de toegankelijkheid van kinderopvang onder diverse doelgroepen te vergroten. Denk aan voorschoolse educatie voor kinderen met risico op een achterstand, peuteraanbod voor peuters in het algemeen en de mogelijkheid kinderopvang (deels) te vergoeden voor mensen voor wie daarom sociale of medische redenen noodzaak toe is (SMI).
Het kabinet gaat met gemeenten in gesprek over deze uitbreiding, waarbij specifiek aandacht wordt besteed aan het beperken van onwenselijke verschillen tussen gemeenten.




Geef een reactie