De economische zelfstandigheid van vrouwen is in 2024 nauwelijks verder gegroeid. Volgens nieuwe cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) was 70 procent van de vrouwen economisch zelfstandig, tegenover 83 procent van de mannen.
Daarmee bleef het aandeel vrijwel gelijk aan de voorgaande twee jaren. Tot 2023 nam de zelfstandigheid van vrouwen jaarlijks toe, terwijl de groei bij mannen al langer stabiliseerde.
Economische zelfstandigheid betekent dat iemand ten minste een netto-inkomen op bijstandsniveau verdient. In 2024 lag dit op 1.295 euro per maand. Het minimumloon steeg in 2023 sneller dan andere lonen, waardoor de bijstand en het toetsingsniveau meestegen. Dit zorgde ervoor dat minder mensen met hun inkomen boven het bijstandsniveau uitkwamen.
Het aantal werkenden veranderde in 2024 nauwelijks en ook het gemiddeld aantal gewerkte uren bleef gelijk. Daardoor stagneerde de groei van economische zelfstandigheid. Tijdens de coronaperiode in 2020 vlakte de groei bij vrouwen tijdelijk af en daalde het percentage bij mannen licht. Tot die tijd nam het aandeel juist toe, vooral doordat vrouwen vaker en meer uren gingen werken, meestal in grotere deeltijdbanen.
Dertig procent niet-economisch zelfstandige vrouwen werkt
Van de vrouwen die niet economisch zelfstandig zijn, heeft de meerderheid een uitkering. Dertig procent werkt wel, maar verdient minder dan het bijstandsniveau, vaak door deeltijdwerk en lagere uurlonen. Bij mannen ligt dat aandeel op 26 procent. Ook hebben vrouwen vaker helemaal geen inkomen; zij zijn doorgaans ouder, hebben vaker een partner met inkomen en wonen vaker in een gezin met kinderen.
Regionale verschillen groot
De regionale verschillen blijven groot. In Urk is het verschil tussen mannen en vrouwen het grootst: 89 procent van de mannen en 60 procent van de vrouwen is daar economisch zelfstandig. In Groningen is het verschil juist het kleinst: 77 procent van de mannen en 72 procent van de vrouwen. Verder vallen Scherpenzeel en Staphorst op met het hoogste percentage economisch zelfstandige mannen (91 procent), terwijl de hoogste aandelen economisch zelfstandige vrouwen voorkomen in Zoeterwoude en Bunnik (79 procent).




Geef een reactie