Het aantal verstrekte Startersleningen is afgelopen kwartaal met zo’n 35 procent flink gestegen. Gemeenten verstrekten in totaal 734 leningen. Het aantal gemeenten dat Startersleningen verschaft is gegroeid van 216 (januari 2017) tot 224 (juli 2017).
Dat blijkt uit cijfers van het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting, zo meldt BNR Nieuwsradio.
Een Starterslening is een extra lening van gemeenten voor mensen die voor het eerst een huis kopen. De lening heeft een rentevaste periode van 15 jaar. In de eerste 3 jaar hoeft de lener geen rente en aflossing te betalen. Daarna wel, onder voorwaarde dat het inkomen voldoende is gestegen.
Minder woningaanbod
Over de eerste twee kwartalen van dit jaar samen is echter het totale aantal Startersleningen lager dan dezelfde periode vorig jaar. In het eerste kwartaal was er namelijk een lichte terugval (in het eerste kwartaal werden 540 startersleningen verstrekt). Volgens onderzoekers komt dat door verlaging van de grens voor de Nationale Hypotheek Garantie (NHG) in voorgaande jaren en door het afnemend woningaanbod voor starters.
Nu de woningmarkt weer is aangetrokken, ziet het Stimuleringsfonds dat steeds meer gemeenten geld voor Startersleningen vrij maken. Vaak zijn dat gemeenten die dat voor de crisis ook al deden.
Push voor mindere wijken
Starters in de vier grote steden Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht kunnen geen Starterslening krijgen. Vanwege de oververhitting van de woningmarkt in de vier grote steden, zien gemeenten zo’n lening niet zitten omdat deze de prijzen alleen nog maar verder opdrijft. Toch pleit het Stimuleringsfonds in deze gemeenten voor een regeling voor starters die in een minder goede wijk een huis willen kopen. Huizenbezit heeft namelijk een positief effect op minder goede wijken.
Dat zijn de huisjes van Kolonisten van Catan op de foto!