Vorig jaar gaf 20 procent van de Nederlandse jongeren tussen de 16 en 24 jaar aan slachtoffer te zijn geweest van huiselijk geweld. Daarbij hebben jonge vrouwen vaker met huiselijk geweld te maken dan jonge mannen, zo blijkt uit onderzoek van het CBS, dat een periode van een jaar besloeg.
Bij 12 procent van de 16- tot 24-jarige jongeren ging het om structureel huiselijk geweld, ofwel maandelijks, wekelijks of zelfs bijna dagelijks. Dat wijst een nieuwe analyse van het CBS over jongeren uit. Die analyse is gebaseerd op de Prevalentiemonitor Huiselijk Geweld en Seksueel Geweld van het CBS en het WODC. Daarvan zijn de gegevens in maart en april 2020 verzameld.
Dwingende controle
Jongeren hebben relatief vaak te maken met fysiek huiselijk geweld, zoals slaan, schoppen en het dreigen met lichamelijke pijn. In de leeftijdsgroep van 16- tot 24-jarigen is 12 procent gedurende de onderzoeksperiode van twaalf maanden slachtoffer geworden van een of meerdere vormen van fysiek geweld in huiselijke kring. Daarnaast heeft 10 procent relatief vaak te maken met dwingende controle. Dat is een vorm van huiselijk geweld met een structureel karakter, waarbij één persoon de ander sterk domineert. Dat kan een ouder richting een kind zijn, een partner of bijvoorbeeld oudere kinderen onderling binnen een gezin. Ook werd nog eens 5 procent slachtoffer van stalking door een ex-partner. Seksueel geweld in huiselijke kring kwam met 3% het minst voor.
Jonge vrouwen vaker getroffen
Voor alle vormen van huiselijk geweld geldt dat jonge vrouwen vaker slachtoffer waren dan jonge mannen. Dat was vooral te zien bij seksueel geweld in huiselijke kring: 5 procent, tegenover 1 procent van de mannen. Ook stalking door een ex-partner kwam onder vrouwen van 16 tot 24 jaar met 7 procent vaker voor dan bij mannen. Van hen kreeg 3 procent hier mee te maken.
Er is nauwelijks verschil tussen het aantal jonge slachtoffers van huiselijk geweld dat nog bij hun ouders woont en leeftijdsgenoten die op zichzelf wonen, 20 procent tegen 19 procent. Wel kregen jongeren die op zichzelf wonen bijna drie keer zo vaak te maken met seksueel geweld als thuiswonende jongeren.
Meer mannelijke geweldplegers
De jongeren die slachtoffer waren van huiselijk geweld is ook gevraagd naar kenmerken van de pleger(s). Dat was bij slachtoffers van dwingende controle in 35 procent van de gevallen een mannelijke pleger en in 28 procent een vrouwelijke. Bij een kwart van de ondervraagde jongeren ging het om personen van beide geslachten. Verder had 45% van de slachtoffers van fysiek geweld te maken met een mannelijke dader en 24% met een vrouw. Bij deze laatse vorm van huiselijk geweld had 13 procent zowel met mannelijke als met vrouwelijke plegers te maken.
Veilig Thuis
Bij vermoedens van huiselijk geweld bij minderjarigen kunnen slachtoffers, omstanders en professionals contact opnemen met Veilig Thuis. Veilig Thuis werkt veelal samen met gemeenten en kan advies en ondersteuning geven over mogelijkheden die de beller zelf heeft om wat tegen het geweld te doen. Als dat niet lukt of de situatie te complex of te ernstig is, kan de beller een officiële melding doen en komt Veilig Thuis in actie. In 2020 kregen Veilig Thuis-organisaties in het hele land 62.000 meldingen van vermoedens van kindermishandeling bij minderjarigen. In veel gevallen, zo’n 28.000, waren er vermoedens van emotionele of psychische verwaarlozing. Ook vermoedens over jongeren die getuige zijn van geweld in het gezin kwamen relatief veel voor. Net als jongeren die te maken krijgen met emotionele of psychische mishandeling.
Waar blijven de cijfers over huiselijk geweld die kinderen, jongeren en jongvolwassenen plegen. Want ik weet ook dat hulpverleners en behandelaren tegen jongeren zeggen als ouders/ verzorgers niet doen wat jij wilt of eist dan zeg je gewoon dat je mishandeld wordt. Is hier ook onderzoek naar? Hoeveel ouders verzorgers worden letterlijk door jongeren als gevolg van boven vernoemde opmerkingen in elkaar geramd en getrapt worden. Daarbij worden diezelfde ouders/verzorgers ook nog als dader van dit geweld behandeld en melding van gemaakt. Dit gebeurt door alle ketenpartners in jeugd, Wmo en Wlz.