
Gemeenten lopen tegen de beperkingen van het DSO aan om digitaal kaartmateriaal onder het omgevingsplan raadpleegbaar te maken. De ‘viewer’ Regels op de Kaart kan zware geometrische bestanden amper aan. Het euvel speelt al jaren en is nog altijd niet opgelost.
Veel gemeenten lopen al langer tegen technische problemen op, als ze op de landelijke voorziening van het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) parallel aan wijzigingen in het omgevingsplan willen werken. Tot nu toe is het nog altijd niet mogelijk op één dag meerdere planwijzigingsbesluiten te publiceren.
Op dit moment doet zich een vergelijkbaar obstakel voor bij het publiceren van omgevingsplannen met zware digitale kaarten. Op de viewer Regels op de Kaart is het niet mogelijk voor initiatiefnemers om volledige omgevingsdocumenten in te kunnen zien. Dat is nodig om hun plannen te kunnen toetsen op de regelgeving die op hun locatie van toepassing is.
Zo bleek recent dat op een verordening van een waterschap slechts 110 duizend locaties waren te raadplegen. Dat lijkt veel, maar een eerste inschatting leert al dat zeker grote gemeenten naar verwachting een viervoud daarvan in hun omgevingsplan gaan stoppen. Hoe meer locaties des te groter de invloed op de prestaties van Regels op de Kaart.
Een van de oorzaken ligt in het feit dat de Omgevingswet gemeenten verplicht om voor hun hele grondgebied één omgevingsplan te maken. Alle regelgeving en geometrische data moeten in één digitaal document worden gepropt. Dat legt een grote druk op de capaciteit van het DSO.
Bekend
Het probleem is al veel langer bekend. Najaar 2021 berichtte deze site al dat het DSO vastloopt bij digitale kaarten. Gemeenten ondervonden toen al dat omvangrijke en complexe geometrische bestanden een groot beslag op het systeem leggen. Bij verschillende tests ondervonden provincies en waterschappen eerder al problemen met het publiceren van omgevingsverordeningen met veel digitaal kaartmateriaal.
Het DSO is niet robuust genoeg om ‘zware’ bestanden met grote hoeveelheden geometrische data te verwerken. Bij het ontwerp van het DSO is daar niet in voorzien.
Voor toenmalig minister de Jonge (volkshuisvesting en ruimtelijke ordening) gaven de problemen met het DSO de doorslag om de inwerkingtreding van Omgevingswet het jaar daarop in 2022 wederom uit te stellen.
Optimistisch
De DSO-organisatie zelf bleef altijd redelijk optimistisch. ‘Dit is een fase waar we doorheen moeten’, luidde de reactie van het management in een interview met Gemeente.nu. Er was geen reden om ongerust te zijn, aan een oplossing werd gewerkt.
Feit is echter dat de geometrieproblemen vandaag de dag nog altijd niet zijn opgelost en het DSO onveranderlijk instabiel blijft op dit punt. Ook de eerder ingestelde Taskforce Geo-optimalisatie heeft de knelpunten bij het laden van grote hoeveelheden geometriegegevens in het DSO niet weg kunnen nemen.
Aanvankelijk dacht de DSO-organisatie de problemen op te kunnen lossen door een maximale bestandsgrootte voor digitaal kaartmateriaal voor te schrijven. Het benodigde detailniveau van de kaarten verdraagt dat echter niet.
Geodata
Om de druk op de capaciteit van het DSO te verminderen, kunnen gemeenten hun geodata waar dezelfde regels op van toepassing zijn, samenvoegen tot één geo-object. Neem het aantal woningen in de gemeente waar dezelfde bouwhoogte voor geldt. Dit gegeven hoeft dan niet apart voor elke woning meegenomen te worden. Deze oplossing wordt vaak door de DSO-organisatie aangehaald.
Bij een planwijziging gaat het dan echter alsnog mis. Bij een mutatie in de bouwhoogte van een woning, raakt het DSO het spoor bijster, omdat het niet exact kan terugvinden om welke specifieke woning het gaat. Volgens ICT-experts is dit een onoplosbaar probleem vanwege het te complexe ontwerp van het DSO. Bij elke mutatie gaat de geschiedenis verloren, dit zit zo ingebakken in het systeem.
Het omgevingsplan in deelgebieden van de gemeente opdelen in kleinere omgevingsplannen kan wellicht soelaas bieden. Voor deze oplossing moet echter de wet worden aangepast.
Omgevingsvisie
De problemen met de geometrie komen bovenop de lastige opgave die er bij gemeenten ligt om hun omgevingsvisie digitaal beschikbaar te stellen en raadpleegbaar te maken.
Intussen neemt ook het aantal plansoftwareleveranciers af dat in staat is de complexe Omgevingswet-ICT werkend te houden. Veel leveranciers haken af, omdat ze de vereiste functionaliteiten niet langer kunnen bieden. Het weinig robuuste DSO en de toevloed aan nieuwe releases van de STOP/TPOD-standaard onder de Omgevingswet vergen veel van hun programmeurs.
Om de ingewikkelde en weinig populaire STOP/TPOD-standaard te mijden, maakt tweederde van de gemeenten gebruik van de TAM-route (Tijdelijke Alternatieve Maatregelen). Ze mogen dan hun oude en vertrouwde plansoftware toepassen. Dit vangnet verdwijnt per 1 januari 2026. Gemeenten hebben dan weinig keus en moeten dan over. Ook deze gemeenten zullen dan tegen de problemen met de geometrie bij het DSO aanlopen.
Geef een reactie