Organisaties voor sociaal werk hebben hun producten ingrijpend vernieuwd. In 90 procent van de wijkteams hebben sociaal werkers een stevige positie, blijkt uit een enquête van brancheorganisatie MOgroep.
De trend van bezuinigen op welzijnswerk kantelt naar stabilisatie en groei. Dat concludeert de MOgroep uit een enquête onder lidorganisaties over de transitie. Dit positieve nieuws komt na jaren van bezuinigingen en krimp, aldus de brancheorganisatie voor Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening.
“Welzijnsorganisaties werken nauw samen met hun gemeente. 80 Procent was betrokken bij het gemeentelijk beleidsplan voor de Wmo 2015. De organisaties vernieuwen hun producten en verbreden hun welzijnsaanbod naar de nieuwe doelgroepen.”
Het sociaal werk werkt veelvuldig samen met andere zorgaanbieders en nog meer met vrijwilligers. Dat heeft ook duidelijke organisatorische gevolgen voor de bedrijfsvoering. Medewerkers worden ‘uitgeleend’ aan wijkteams. Van de respondenten geeft 90 procent aan dat sociaal werkers stevig gepositioneerd zijn in bijna alle wijkteams en wijknetwerken. Ruim de helft van de respondenten werkt inmiddels samen met de GGZ, en organisaties voor verstandelijk gehandicapten als MEE.
AWBZ
Enerzijds verbreden welzijnsinstellingen hun aanbod voor nieuwe doelgroepen die vanaf 2015 onder gemeenten gaan vallen, zoals verstandelijk gehandicapten, GGZ-cliënten en ouderen met geriatrische problematiek. Anderzijds biedt het sociaal werk alternatieven voor weggevallen AWBZ-zorg. Zo worden vrij toegankelijke goedkopere algemene voorzieningen nu aangeboden als alternatief voor thuisbegeleiding bij psychosociale problematiek. Ook worden voor kwetsbare ouderen veel projecten voor dagbesteding ontwikkeld.
Een kink in de kabel is dat slechts een derde van de maatschappelijk dienstverleners werkt in een gemeente die al weet hoe de toelating tot begeleiding en dagbesteding eruit gaat zien. Eind oktober had slechts een op de vijf welzijnsorganisaties absolute duidelijkheid van de gemeente over de inkoop en financiering van aanbod. Vooral afspraken over jeugdzorg en participatie liepen fors achter.
Kun je beetje nagaan hoe slecht het gesteld was met de reeds 100% door gemeenten gefinancierde instituties. Gemeente die geen regie voerden en stuurden en organisaties die 25 jaar het zelfde deden zonder enige prikkel tot vernieuwing. Hoewel de MOGroep natuurlijk alles de komende tijd als ‘geslaagd’ zal betitelen om de reanimatie van sociaal werk vast te houden, is de beweging in ieder geval er eentje die voor wat verbetering zorgt.