
De minister van BZK heeft de experimenteerbepaling voor hybride raadsvergaderingen uit het wetsvoorstel digitaal vergaderen voor decentrale overheden gehaald.
Dit staat in een nota van wijziging bij het wetsvoorstel dat op 27 juni naar de Tweede Kamer is gestuurd. In het oorspronkelijke wetsvoorstel was een grondslag opgenomen om decentrale volksvertegenwoordigingen tijdelijk, voor maximaal drie jaar, toe te staan hybride te vergaderen.
Het kabinet heeft, mede naar aanleiding van zorgen in de Tweede Kamer en bij decentrale besturen, besloten de experimenteerbepaling te laten vervallen. De belangrijkste overweging is dat de fysieke raadsvergadering de hoofdregel moet blijven. Fysieke aanwezigheid biedt volgens de regering de meeste ruimte voor sociale interactie en debat. Uit de evaluatie van de Tijdelijke wet digitale beraadslaging en besluitvorming blijkt bovendien dat de meerderheid van de decentrale volksvertegenwoordigers de voorkeur geeft aan fysieke vergaderingen.
Er is wel erkenning voor de behoefte bij een deel van de decentrale overheden om ervaring op te doen met hybride vergaderen. De Evaluatiecommissie heeft aanbevolen om nader onderzoek te doen naar de effecten van deze vergadervorm. Toch zijn er zorgen over het creëren van een gelijk speelveld tussen fysiek en digitaal aanwezige raadsleden en over de mogelijke nadelen van hybride vergaderen. Het kabinet vindt het daarom niet verstandig om een ongeclausuleerde experimenteerbepaling in de wet op te nemen, waarbij gemeenten drie jaar lang zonder duidelijke kaders kunnen experimenteren.
Vervolgstappen en alternatieven
Hoewel de experimenteerbepaling uit het wetsvoorstel wordt gehaald, blijft de wens bestaan om de effecten van hybride vergaderen te onderzoeken. De minister zal daarom in gesprek gaan met vertegenwoordigers van de decentrale praktijk, zoals raads- en statenleden en griffiers, en met de besturen van de waterschappen. Een mogelijkheid is om in de toekomst alsnog een experiment wettelijk mogelijk te maken, maar dan met meer waarborgen, kaders en voorwaarden op wetsniveau. Dit vraagt om een zorgvuldige en breed gedragen aanpak, waarvoor meer tijd nodig is.
Voortgang digitaal vergaderen
Door het schrappen van het onderdeel hybride vergaderen ondervindt het wetsvoorstel voor digitaal vergaderen geen verdere vertraging. Het kabinet acht het van belang dat decentrale overheden snel de mogelijkheid krijgen om onder bijzondere omstandigheden digitaal te vergaderen.
Geef een reactie