
De drukte op het terrein rond de feestzaal waar de raad vergadert, bracht me in verwarring. Allerlei leeftijden, zag ik, waaronder behoorlijk wat kinderen. Had ik me vergist in de datum, was er een evenement waar ik niks van wist?
Nee, zo bleek, er speelde iets met de buitenschoolse opvang en al deze mensen stonden hier om de raadsvergadering, waarin daarover een besluit werd genomen, bij te wonen.
Binnen was het vol dus zocht ik een plekje tegen een andere muur dan waar normaalgesproken de drie stoelen voor de publieke tribune staan. Dit keer zag ik een herkenbaar tafereel: Slepen met extra stoelen.
‘Gaat iemand van jullie nog iets zeggen, zo meteen?’ vroeg ik aan de mevrouw die naast me stond. ‘Nee,’ legde ze uit, ‘wij mogen niet meepraten in de vergadering, alleen de raadsleden.’ ‘Ja,’ zei ik en deed er verder het zwijgen toe, omdat ik niet zo snel de termen paraat had om inspreekrecht te omschrijven.
Wachten op een verlate burger
Ondertussen groeide de groep bij de ingang.
‘Ik zie meneer X nog niet’ zei de burgemeester, ‘dus ik wacht nog een paar minuten voordat ik de vergadering open’.
Ik wist niet wie meneer X was, maar ik was aangenaam verrast. In mijn Nederlandse gemeente waren de regels wet en hadden inwoners zich maar aan te passen. Wachten op een verlate burger was daar nooit aan de orde en zoals ik ze ken, zullen ze dat ook nooit doen.
Blijkbaar was de bedoelde meneer kort daarna gearriveerd, want de burgemeester stond op en begroette een man met een bril. ‘Wil je nog iets zeggen, aan het begin van de vergadering?’ hoorde ik hem vragen.
Ik wist weer niet wat ik meemaakte. Bij ons moet je je minstens 48 uur van tevoren aanmelden en dan gaat de griffie zich erover buigen of je wel het recht hebt om iets te zeggen en ik heb meer dan me lief was meegemaakt, dat burgers dan nul op het rekest kregen.
Spreekrecht
De man besloot om van het hem aangeboden spreekrecht gebruik te maken. Hij sprak uit de losse pols en bij vlagen zeer geëmotioneerd. Ik heb de tijd dat hij sprak niet gemeten en ik heb verder ook niemand dat zien doen, maar ik geloof niet dat hij veel langer dan vijf minuten aan het woord was. Hij werd niet onderbroken en toen hij klaar was kreeg hij een lang aanhoudend applaus, waar ook de raad en burgemeester aan meededen.
Het betreffende onderwerp was naar voren geschoven op de agenda en werd uitgebreid behandeld. De burgemeester had het niet gemakkelijk, vanuit de zaal hoorde ik vaak boos gemompel en op een gegeven moment nam de eerdergenoemde man, vanuit het publiek ditmaal, zelfs het woord, wat hem niet geweigerd werd, ook al had dat gekund.
Bij de stemming onthielden vijf mensen van de lijst van de burgemeester zich van stemming, waaronder een wethouder*, wat hem op een heftige reactie uit het publiek kwam te staan, dat hem voor lafaard uitmaakte. ‘De kracht van de democratie is nou juist dat je kunt stemmen,’ riep iemand.
Ondanks de tegenstemmers en de onthoudingen waren er voldoende voorstemmers om het voorstel aan te nemen. Boos en terneergeslagen verliet het publiek de zaal. De vergadering werd geschorst, zodat iedereen even bij kon komen voordat ze overgingen naar de orde van de dag, wat beslist nodig was.
Tijdens die schorsing sprak ik met de journalist van de Depêche over de attente houding van het gemeentebestuur tegenover de inwoners. ‘In dit soort situaties kun je beter tolerant zijn,’ zei hij, ‘dan is de kans dat het uit de hand loopt het kleinst.’ Daarna haastte hij zich naar buiten, daar lag op dat moment immers het nieuws. Ik heb hem niet teruggezien.
*Naar aanleiding van deze tegenstem had ik een onderhoudend gesprek met Chatgpt
Hanneke Koene was gemeenteraadslid en lijsttrekker van lokale partij ODE in Eijsden-Margraten en blogt geregeld voor deze site.
Geef een reactie