Gemeenten zijn steeds beter voorbereid op inwoners die elektrisch willen gaan rijden. Ten opzichte van vorig jaar scoren een aantal gemeenten flink hoger, maar vooral gemeenten uit het oosten van het land zijn er nog niet klaar voor.
De Benchmark elektrisch rijden 2017 brengt in kaart in hoeverre gemeenten voorbereid zijn op de toekomstige vraag van bewoners naar laadpalen in de openbare ruimte. Een belangrijke randvoorwaarde voor de opmars in elektrisch rijden is een tijdige beschikbaarheid over voldoende openbare laadinfrastructuur. Gemiddeld 70 procent van de Nederlanders dient te parkeren en dus ook op te laden in de openbare ruimte.
De best scorende gemeenten in 2017 zijn Amsterdam, Rotterdam en Den Haag. Ten opzichte van de vorige benchmark scoren een aantal gemeenten fors beter dan het afgelopen jaar. De top 10 stijgers zijn: Uitgeest, Amstelveen, Aalsmeer, Renkum, Binnenmaas, Vught, Barneveld, Nieuwkoop en Ouder Amstel.
In Amsterdam, Rotterdam en Den Haag is de score 85 procent. Dat betekent dat 85 procent van de gemeente is toegerust op de openbare laadbehoefte van bewoners die elektrisch (gaan) rijden tot en met 2020. Utrecht is enkele plaatsen gezakt in de lijst naar plek zes en is voorbijgestreefd door Amstelveen en Noordwijkerhout.
In het oosten van het land kleurt de interactieve kaart vooral rood en oranje, wat een score van onder de 10 en 20 procent betekent. Groningen en Arnhem springen er positief uit met 57 en 64 procent. Uit de G30 scoren de gemeenten Amersfoort en Enschede relatief laag met 25 procent. Venlo (12,5 procent) en Emmen blijven flink achter (5,4 procent). Ook delen van Brabant en Zeeland scoren onder de twintig procent.
Geef een antwoord