
Gemeenten krijgen door aanpassingen van de Leegstandwet meer mogelijkheden om leegstand aan te pakken.
Een evaluatie van de Leegstandwet laat zien dat leegstand een hardnekkig probleem is en dat gemeenten behoefte hebben aan effectievere instrumenten. Het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening is een internetconsultatie gestart over wijzigingen in de Wet aanpak leegstand. De consultatie staat open tot en met 9 september.
Huidige situatie
De Leegstandwet bestaat uit twee hoofdonderdelen: de leegstandverordening, waarmee gemeenten leegstand kunnen aanpakken via meldplicht, overleg en het voordragen van gebruikers, en de mogelijkheid voor eigenaren om een vergunning aan te vragen voor tijdelijke verhuur. Slechts 26 gemeenten hebben een leegstandverordening. De effectiviteit van de huidige instrumenten is beperkt; meldplicht en overleg worden als nuttig ervaren, maar het voordragen van een huurder door de gemeente blijkt in de praktijk niet effectief. Gemeenten als Amsterdam en Utrecht hebben met tijdelijke extra instrumenten uit de Chw meer succes geboekt, zoals het verplichten tot verhuur of ingebruikname en het kunnen opleggen van een huurprijs.
Belangrijkste wijzigingen
- Versterking gemeentelijke bevoegdheden: Gemeenten krijgen de mogelijkheid om eigenaren te verplichten een leegstaand pand in gebruik te nemen of te geven, in plaats van zelf een huurder te moeten voordragen. Dit geldt voor zowel woonruimten als andere gebouwen.
- Collectieve vergunningen: Het wordt mogelijk om voor een heel complex of plangebied een collectieve vergunning voor tijdelijke verhuur te verlenen, wat administratieve lasten vermindert.
- Aanscherping tijdelijke verhuur: De huurprijsbescherming wordt heringevoerd voor te koop staande woningen in het gereguleerde segment. De maximale duur van tijdelijke verhuur wordt teruggebracht van vijf naar twee jaar, en er moet worden aangetoond dat verkoop redelijkerwijs niet mogelijk is.
- Toezicht en handhaving: Gemeenten krijgen de bevoegdheid om woningen zonder toestemming van de bewoner te betreden, mits noodzakelijk voor toezicht en handhaving. Ook mogen zij het energieverbruik van een woning opvragen bij de netbeheerder om leegstand vast te stellen.
- Uitbreiding reikwijdte: De wet wordt van toepassing op zowel zelfstandige als onzelfstandige woonruimten, om misbruik via splitsing te voorkomen.
Gevolgen en uitvoerbaarheid
De wijzigingen zorgen ervoor dat gemeenten efficiënter en effectiever kunnen optreden tegen onverklaarde leegstand. Het opvragen van energieverbruik maakt snellere en gerichtere handhaving mogelijk. Voor eigenaren betekent het wetsvoorstel dat zij sneller tot actie kunnen worden gedwongen, maar ook eenvoudiger collectieve vergunningen kunnen aanvragen. Voor huurders wordt de kans op malafide verhuur verkleind en de bescherming bij tijdelijke verhuur vergroot.
Overgangsrecht en evaluatie
Bestaande experimenten onder de Chw worden met deze wet definitief gecodificeerd. Gemeenten krijgen tijd om hun verordeningen aan te passen. Vijf jaar na inwerkingtreding volgt een evaluatie van de wetswijzigingen.
Geef een reactie