De zorg in Nederland staat onder druk. De vraag naar zorg stijgt, terwijl er te weinig personeel is. In het aanvullend Zorg- en welzijnsakkoord (AZWA) maken zorg- en welzijnsorganisaties afspraken over de zorg in de toekomst. De afspraken moeten zorgen voor minder administratieve lasten, meer technologische innovatie en een gelijkwaardiger toegang tot de zorg.
Gedeeld urgentiegevoel: personeelstekorten en toegankelijkheid
Het AZWA is ontstaan uit de gevoelde urgentie om de zorg toekomstbestendig te maken. Door vergrijzing, een groeiende zorgvraag en stijgende verwachtingen staat de sector onder grote druk. De partijen, waaronder de zorg- en sociaal domein-partijen en het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, hebben het akkoord op 8 september ondertekend. De VNG heeft getekend onder voorbehoud van instemming van gemeenten. De ledenraadpleging vindt in september en oktober plaats.
Partijen zetten zich in om het arbeidsmarkttekort tot en met 2028 met 100.000 personen te verlagen. En om de toegang tot de zorg gelijkwaardiger te maken. Daarnaast is er in het rapport aandacht voor het verlagen van de regeldruk en voor een betere inzet van personeel en technologie.
Regeldruk verlagen en technologische innovatie
Zorgverleners besteden veel tijd aan administratie. Het doel is om de administratietijd terug te brengen tot maximaal 20% van de werktijd. Het gebruik van AI wordt hierbij als hulpmiddel gezien. Daarnaast gaat er extra geld naar projecten die regels en papierwerk verminderen. Ook moet er extra geld naar het scholen van medewerkers gaan, vooral in sectoren met de grootste personeelstekorten. Het gaat dan om opleiden en bijscholen, zodat zorgmedewerkers zich kunnen blijven ontwikkelen.
Steeds meer zorg is digitaal. Dit wordt verder ontwikkeld, bijvoorbeeld door de website Thuisarts.nl te verbeteren en uit te breiden. En door meer online zorg te bieden. Lichte geestelijke gezondheidszorg kan bijvoorbeeld mogelijk digitaal worden geboden. Daardoor kunnen mensen met zwaardere zorgvragen sneller bij een hulpverlener terecht.
Betere samenwerking
De samenwerking tussen zorgorganisaties moet verbeteren. Vanaf 2026 worden afspraken in regionale plannen opgenomen. Ook verzekeraars zijn hierbij betrokken. Zij investeren extra in regio’s waar mensen nu vaak geen huisarts kunnen vinden, in aansluiting op het streven dat iedereen in 2028 een vaste huisarts moet kunnen hebben.
Samenwerking is niet alleen belangrijk voor organisaties binnen een sector. Ook tussen de zorg en het sociaal domein moet er meer worden samengewerkt, vooral in de wijk en de regio. Zorgverleners, gemeenten en verzekeraars gaan hier afspraken over maken. Het gaat dan bijvoorbeeld om kansrijk opgroeien, gezonde levensstijl, vitaal ouder worden en een gezonde schoolomgeving.
Goede basis voor gemeenten
De VNG stelt dat het AZWA een goede basis biedt voor gemeenten om verder te werken aan de beweging naar preventie en gezondheid. ‘Voor gemeenten betekent dit voor de komende jaren continuïteit in de financiering en daarmee voortzetting en geleidelijke uitbreiding van de ingezette koers: een gezamenlijke aanpak met zorgpartijen in regionale verbanden en plannen, en concrete samenwerking met de eerstelijnszorg en de GGZ in wijken en buurten.’
Loonkloof genegeerd
De ondertekenende partijen zijn enthousiast over het akkoord. Maar er is ook kritiek te horen. Zo stelt NU’91, de beroepsorganisatie van zorgprofessionals, dat het AZWA vooral een technocratisch antwoord biedt op een veel dieper probleem. ‘Het akkoord blijft ver verwijderd van structurele investeringen in salarisherstel of het inhalen van achterstanden. Terwijl de loonkloof ten opzichte van andere sectoren al jarenlang groot is, wordt deze in het AZWA opnieuw genegeerd. Dat is onbegrijpelijk en onacceptabel. Echte waardering begint bij structurele financiële erkenning van het vak’, zegt Femke Merel, voorzitter van NU’91.
Ook beroepsvereniging V&N (Verpleegkundigen en Verzorgenden Nederland), die op 8 september heeft ingestemd met het akkoord, wijst op de loonkloof. ‘Zorgprofessionals verdienen gemiddeld 6 tot 9 procent minder dan werknemers in andere sectoren. Uit de peiling blijkt dat meer dan 90 procent van de leden het (zeer) belangrijk vindt dat dit verschil wordt opgelost.’
Aandacht voor veiligheid op de werkvloer nodig
Daarnaast ontbreekt het aan investeringen in zeggenschap en erkenning van mentale belasting en veiligheid, stelt Femke Merel van NU’91. ‘In het AZWA blijft het opvallend stil over de mentale belasting, agressie op de werkvloer en de noodzaak van een veilige werkomgeving. In plaats daarvan wordt ingezet op monitoring, pilots en technologie. Investeer nu in deze beroepsgroep. Iedere zorgprofessional die het vak verlaat, is er een teveel.’




Geef een reactie