Gemeenten moeten vanaf 1 januari 2026 actief beleid voeren om zelfdoding te voorkomen, bijvoorbeeld via zorgnetwerken of fysieke aanpassingen. Nog niet alle gemeenten zijn even ver met de voorbereidingen op dit beleid.
In 2024 maakten 1.849 mensen in Nederland een einde aan hun leven, meldt het CBS. Onder jonge mensen neemt zelfdoding toe, met name onder jonge vrouwen. Onder tieners is zelfmoord de belangrijkste doodsoorzaak. Risicogroepen voor zelfdoding zijn onder andere jongeren, lhbti’ers, agrariërs en middelbare mannen.
Het zelfdodingscijfer, dat rekening houdt met de groei en de hogere gemiddelde leeftijd van de bevolking, verandert al sinds 2018 niet veel meer. Om meer grip te krijgen op het aantal zelfdodingen, krijgen gemeenten de wettelijke verantwoordelijkheid om lokaal suïcidepreventie vorm te geven. De Wet integrale suïcidepreventie geeft gemeenten de ruimte om de maatregelen zelf in te vullen, afhankelijk van hun omvang, bevolking en lokale behoeften.
Jaarlijks budget
Er komt jaarlijks tien miljoen euro beschikbaar voor alle gemeenten samen. Dit geld kunnen ze gebruiken voor een breed scala aan lokale maatregelen, zoals publiekscampagnes, trainingen en het verbeteren van de lokale infrastructuur rond risicogroepen. Gemeenten kunnen ook investeren in betere samenwerking tussen zorginstanties en maatschappelijke organisaties, zodat mensen sneller de juiste hulp vinden.
Actieplan
Stichting 113 Zelfmoordpreventie werkt samen met VNG en GGD GHOR Nederland aan een ondersteuningsprogramma voor gemeenten en geeft advies voor het opstellen van een actieplan. Een van de focuspunten is het beperken van de middelen en omstandigheden die suïcide mogelijk maken. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om de verkrijgbaarheid van dodelijke middelen, maar ook om spoor- en gebouwveiligheid.
Een ander onderdeel in suïcidepreventie is het opleiden van sleutelfiguren. Dit zijn personen die binnen een gemeente veel te maken krijgen met belangrijke risicogroepen. Denk aan leerkrachten, huisartsen, politieagenten en sportclubmedewerkers.
Regionale verschillen
Verschillen tussen gemeenten op het gebied van suïcidepreventie zijn groot, blijkt uit gegevens van 113. Friesland gaat duidelijk aan kop: hier heeft iedere gemeente al actief beleid voorbereid. Ook in delen van Noord-Holland en Overijssel hebben veel gemeenten beleid ontwikkeld. In Drenthe en delen van Noord-Brabant en Zuid-Holland bevinden veel gemeenten zich in de opstartfase. In onder andere Groningen, Flevoland en Zeeland worden in de meeste gemeenten de mogelijkheden nog verkend.
Zo’n 20 procent van alle gemeenten heeft inmiddels beleid om zelfdoding tegen te gaan.
Amsterdam als koploper
De gemeente Amsterdam is al jaren koploper op het gebied van suïcidepreventie. Al voordat het wetsvoorstel voor integrale preventie er kwam, zette GGD Amsterdam een aanpak op. Sinds de start van deze aanpak zitten de zelfdodingscijfers onder of op het Nederlandse gemiddelde, meldt de GGD. Amsterdam laat dan ook goed zien hoe een effectieve aanpak kan helpen om suïcide tegen te gaan.




Geef een reactie