De Eerste Kamer heeft ingestemd met het wetsvoorstel Participatiewet in balans. Met deze wet worden ruim twintig maatregelen ingevoerd die het doel hebben om mensen met een bijstandsuitkering sneller naar werk te begeleiden of actiever te laten deelnemen aan de samenleving.
Het leren van de Nederlandse taal blijft bovendien een verplichte voorwaarde voor bijstandsontvangers. Staatssecretaris Jurgen Nobel: “Wie in de bijstand zit, moet weer aan het werk, meedoen of de taal leren. In dit aangenomen wetsvoorstel zitten ruim 20 maatregelen die dat verder stimuleren. Ook blijft duidelijk dat de bijstand niet vrijblijvend is: er staan verplichtingen tegenover. Zoals het leren van de taal om zo de kans op een baan te vergroten.”
Het wetsvoorstel versimpelt regels rondom werk en inkomen. Mensen met een bijstandsuitkering krijgen meer financiële zekerheid als zij aan het werk gaan, onder andere via verruimde bijverdiengrenzen en de mogelijkheid voor gemeenten om een zogenoemd ‘bufferbudget’ toe te kennen aan mensen met onregelmatige inkomsten. Dit moet de drempel verlagen om vanuit een uitkering te gaan werken. Daarnaast worden de regels versoepeld rond het ontvangen van giften, zoals boodschappen. Ook kunnen gemeenten straks bijstand met terugwerkende kracht toekennen, zodat mensen in de eerste periode na hun aanvraag niet zonder inkomen komen te zitten en niet onnodig schulden opbouwen.
De taaleis krijgt een structurele plek; gemeenten krijgen vanaf 2027 extra middelen om taalonderwijs voor uitkeringsgerechtigden te bieden en dienen daar actief op te sturen en te handhaven. Wie zich onvoldoende inspant voor taalbeheersing, kan gekort worden op de uitkering. Over de uitvoering hiervan maakt de staatssecretaris afspraken met de gemeenten.
De wet wordt in fasen ingevoerd om gemeenten tijd te geven de veranderingen goed door te voeren, waarbij 2026 een overgangsjaar is. De Participatiewet in balans is bedoeld als eerste stap naar een bredere, fundamentele herziening van het sociaal vangnet: werk en (maatschappelijk) meedoen staan daarbij nog sterker centraal. Meer ruimte voor maatwerk en aandacht voor vertrouwen en menselijkheid zijn hierin de leidraad.
Ook zijn drie moties aangenomen. Het gaat om een motie die de regering vraagt de Kamer regelmatig op de hoogte te houden van de effecten van de wet, een motie om alvast te beginnen met een bewezen succesvol project en een motie die vraagt dat giften in natura, zoals een tas met boodschappen, niet hoeven te worden opgegeven aan de uitkeringsinstantie.
Onderzoek terugvorderingen
In 2024 kreeg bijna de helft (48%) van de bijstandsgerechtigden te maken met terugvorderingen of verrekeningen, zo blijkt uit recent onderzoek van Divosa onder 79 gemeenten. De voornaamste oorzaak van terugvorderingen is dat bijstandsgerechtigde inwoners hun inkomsten te laat doorgeven; dit speelt een rol in maar liefst 86% van de gemeenten. Daarnaast zorgen onduidelijke regels, administratieve vertragingen en gebreken in gemeentelijke werkprocessen voor extra risico’s op terugvorderingen. Terwijl vrijwel alle gemeenten het tot hun taak rekenen om te voorkomen dat mensen te veel bijstand ontvangen, vinden veel minder gemeenten het hun verantwoordelijkheid om te zorgen dat inwoners voldoende inkomen behouden
·




Geef een reactie