Een toenemend aantal gemeenten ondervindt afgelopen jaar verzet tegen plannen voor de komst van een AZC of andere vluchtelingenhuisvesting. Geweld en intimidatie worden daarbij niet langer geschuwd. Hoe zorg je ervoor dat het niet zover komt? Movisie komt met drie strategieën.
Politici en bestuurders worden rond de komst van een asielopvang vaker en – soms ernstig – bedreigd, wat hun werk danig bemoeilijkt. Ook verschijnen voor de deuren van het gemeentehuis extreme groeperingen van buiten, die zich proberen te mengen in het lokale democratische proces. In een aantal gevallen leidt dit tot het afblazen van de opvanglocatie.
Verplicht om vluchtelingen op te vangen
De vraag is hoe gemeenten zich hierop kunnen voorbereiden en hun verantwoordelijkheid hierin kunnen nemen. Eén inspraakavond lijkt niet meer voldoende. Onder de spreidingswet zijn alle gemeenten hoe dan ook verplicht een evenredig deel van het totaal aantal vluchtelingen in Nederland te huisvesten. Het kabinet Schoof wilde deze wet per februari 2026 afschaffen, maar de kaarten zien er na de recente Tweede Kamerverkiezingen anders uit. Met het verdwijnen van NSC en de halvering van de BBB uit de Tweede Kamer en een iets kleinere VVD, zijn de voorstanders van de wet nu weer in de meerderheid. De kans dat de wet van kracht blijft is daarmee een stuk groter geworden.
Geen duidelijke richtlijnen
Onderzoeksbureau Movisie komt gemeenten te hulp met drie strategieën om goed om te kunnen gaan met de verwachte weerstand tegen de komst van een vluchtelingenopvang. Tot nu toe zijn er geen duidelijke richtlijnen of adviezen. Gemeenten gaan dan ook verschillend om met participatie en besluitvorming rondom de huisvesting van vluchtelingen. Recente voorbeelden laten volgens Movisie zien dat of er opvanglocaties komen of niet, mede afhangt van hoe gemeenten omgaan met hun inwoners. Dit terwijl er gezien de spreidingswet eigenlijk geen ruimte is om nee te zeggen.
In het nauw
Verschillende gemeenten zijn in het nauw gedreven afgelopen tijd. Zo leidde in gemeente Coevorden een gewelddadig protest tegen huisvesting van vijftien minderjarige meisjes tot het afblazen van deze opvang door de gemeente. Ook in Berlicum zag de gemeente af van een AZC vanwege bedreiging en intimidatie van raadsleden. Zwolle hield haar poot stijf en zette het besluit voor de komst van een AZC wel door. Dit ondanks forse tegenstand in de vorm van protesten en landelijke bemoeienis. Zo riep PVV-leider Wilders op het besluit van de gemeente niet te accepteren. Naar achteraf bleek, voelden de inwoners van Zwolle zich overvallen door het besluit. Communicatie en een grotere betrokkenheid en participatie van burgers bij de besluitvorming rond de vluchtelingenopvang is dan ook van groot belang, stelt Movisie. Dat kan de angel uit de steeds fellere protesten halen.
Meer inspraak
Een klein aantal gemeenten heeft intussen al besloten om inwoners meer inspraak te geven bij de opvang van asielzoekers. Die inspraak gaat niet over de opvang an sich, want de komst van een AZC is een voldongen feit. Wel willen Amersfoort, Haaksbergen en Zaltbommel hun inwoners meer medezeggenschap geven over de locatie en de criteria waaraan de plek moet voldoen, zo schrijft de Volkskrant. In alle drie gemeenten gingen de plannen voor een AZC in eerste instantie niet door, omdat de gemeenteraad tegen stemde, mede onder druk van dreigementen en (gewelddadige) protesten.
De gemeente Amersfoort bijvoorbeeld moet en wil 550 permanente opvangplekken realiseren en wees daarvoor eerder twee locaties aan. Bij protesten daartegen, inclusief het gooien van zwaar vuurwerk, werden zes mensen opgepakt. Het college van burgemeester en wethouders trok vervolgens het locatievoorstel in en bood excuses aan omdat ze ‘het perspectief van omwonenden, belangenorganisaties en de gemeenteraad onvoldoende had meegenomen’. Nu ligt er een plan, waarover de gemeenteraad op 11 november aanstaande beslist, om inwoners van Amersfoort tot en met januari 2026 mee te laten denken en praten over de voorwaarden en mogelijke locaties. Na de gemeenteraadsverkiezingen in maart volgend jaar besluit een nieuwe raad dan over de omstandigheden van de nieuwe AZC’s.
Referendum
In Haaksbergen komt er binnenkort een referendum. Niet over de komst van het AZC voor 129 mensen, want dat is een verplichting volgens de burgemeester. Wel mogen inwoners stemmen over de criteria voor een geschikte locatie. En Zaltbommel kiest voor een lange inspraakprocedure over de opvanglocatie en -omstandigheden. Pas in zomer 2026 zal het besluit vallen en pas eind van dat jaar staat er dan een AZC, aldus de Volkskrant. Hiermee schuiven ze de beslissing dus in feite allemaal vooruit tot na de Gemeenteraadsverkiezingen van maart.
Meer nodig
Movisie denkt dat er meer nodig is om met weerstand om te gaan binnen de gemeente . Het bureau baseert zich mede op voorbeelden waar het wel goed gaat, zoals in Nijmegen, waar de komst van een noodopvang voor 380 vluchtelingen positief is ontvangen, omdat de inwoners ‘de goede communicatie waardeerden en trots waren dat Nijmegen die verantwoordelijkheid neemt’. Hetzelfde gebeurde in Oss.
‘Het is van groot belang om tijdig in gesprek te gaan met de bevolking over de komst van een AZC of andere opvang. Dat vraagt politieke ruggengraat én een stevige sociale basis. Want besluitvorming zonder draagvlak is kwetsbaar. En participatie zonder normstelling is stuurloos’, zo staat te lezen in het advies. Maar hoe ga je dat gesprek aan met inwoners?
Tijdig en duidelijk communiceren
Om te beginnen moeten gemeenten ‘zorgen voor échte participatie’. Participatie is geen garantie voor instemming volgens Movisie, maar een manier voor mensen om hun stem te laten horen. De uitkomst hoeft niet zijn niet dat iedereen het met je eens is, maar wel dat mensen zich gezien en serieus genomen voelen. ‘Start er vroeg mee en maak duidelijk waar de participatie precies betrekking op heeft.’
Ten tweede moet je als gemeente laten zien waar je voor staat en zo weinig zo weinig mogelijk ruimte laten ontstaan voor radicale of polariserende krachten die het debat proberen te kapen. Als college of raad moet je duidelijk laat zien dat mensen opvangen geen beleidsoptie is, maar een wettelijke en humanitaire opdracht. Tot slot moet je de zorgen die er zijn proberen te koppelen aan oplossingen. Veel weerstand komt voort uit gevoelens van angst voor overlast, onveiligheid of verlies van grip. Erken die gevoelens maar vraag hoe de gemeente die angsten weg kan nemen. Je kunt daarbij bewoners ook deel uit laten maken van de oplossing via buurtinitiatieven of vrijwilligers, adviseert Movisie tot slot.




Zelf meegemaakt, inspraak is alleen maar voor de bühne!!!
Mooi artikel. In de drie strategieën van Movisie mis ik echter ook een belangrijk aspect. De vraag ‘waarom”. Als bewoners tegen de komst van een AZC zijn, dan hebben ze daar een reden voor. Een ‘gevoel’ is dan niet voldoende antwoord op de “waarom”-vraag. Door te vragen wat er onder water speelt kom je mogelijk niet alleen tot de conclusie dat ook tegenstanders dezelfde normen en waarden hebben als de voorstanders. Het levert bovendien een geweldige kans om het gesprek te richten op aandacht voor elkaar. Het gevoel niet gezien en gehoord te worden is een voedingsbodem voor wantrouwen en uiteindelijk agressie. Vraag het aan de slachtoffers van de toeslagen affaire, van de bevingsproblematiek in Groningen, van de overstromingen in Zuid-Limburg.
Een bewonersavond zonder gedoe is zeer wel mogelijk, zodra de overheid stopt met zenden en begint met luisteren.
In het stuk van Movisie wordt zeer terecht de term ‘de angel er uit halen’ gebruikt. Dat is het enige dat nodig is.
Op LinkedIn heb ik een achttal stappen gepost hoe dat te doen. Of op zijn minst hoe de kans te vergroten dat de angel er uit gaat. Want garanties zijn er niet in het leven.
Veel van de mensen die angst en weerstand voelen bij de komst van asielzoekers in hun gemeente hebben waarschijnlijk nog nooit persoonlijk kennisgemaakt met een man, vrouw of gezin dat in Nederland op zoek is naar veiligheid en een toekomst voor de kinderen. Mijn advies aan gemeenten is daarom om nog veel actiever in te zetten op échte kennismaking tussen individuele burgers en asielzoekers. Niet vrijwillig met een grote groep in een zaal, maar één-op-één verbindingen leggen in wijken, straten, zodat de inwoners ervaren dat die nieuwkomers ook gewone mensen zijn met dezelfde wensen en dromen als ieder ander.