
Er zijn grote zorgen over de invulling van het passend onderwijs. Het aantal thuiszittende leerlingen stijgt en de instroomleeftijd in het speciaal onderwijs wordt steeds jonger. Politici en ouder- en leerlingenorganisaties willen dat er stappen worden gezet en doen verbetervoorstellen.
Het idee van het passende onderwijs is dat er voor alle leerlingen een plek wordt gezocht die bij hen past. De bedoeling was dat dit zou zorgen voor een daling van het aantal thuiszittende leerlingen en het aantal kinderen in het speciaal onderwijs. In een rapport van ouderorganisatie Ouders & Organisaties is echter te lezen dat beide doelen niet zijn behaald. Sterker nog, beide aantallen zijn gestegen. Ook politici geven aan dat er ingegrepen moet worden.
Zorgwekkende signalen
In het rapport van de ouderorganisatie worden negen verschillende signalen benoemd, allemaal rondom problemen met passend onderwijs. Zo schiet ondersteuning op reguliere scholen vaak tekort en worden doorverwijzingen naar het speciaal onderwijs vaak al te vroeg gedaan. Dit zorgt vervolgens voor lange wachtlijsten en meer thuiszittende leerlingen. Daarnaast zijn er structurele problemen met leerlingenvervoer: de meeste meldingen die binnenkomen bij Ouders & Onderwijs gaan over de lange reistijden.
Thuiszitters
Van thuiszitten is sprake als een leerling langer dan vier weken niet naar school gaat. Dit kan bijvoorbeeld zijn omdat ze een vrijstelling hebben gekregen of omdat ze op een wachtlijst staan. Er zijn echter ook ‘verborgen thuiszitters’, die niet in statistieken naar voren komen. Dit zijn leerlingen die bijvoorbeeld voor onbepaalde tijd niet welkom zijn op school, of kinderen van wie langdurig verzuim niet wordt gemeld. Door deze factor is niet precies bekend hoeveel thuiszittende leerlingen er in Nederland zijn. Volgens Ouders & Onderwijs neemt het aantal thuiszittende leerlingen in ieder geval toe.
Verbetervoorstellen
Maar liefst twintig ouder- en leerlingorganisaties hebben de politiek in een gezamenlijk brief opgeroepen om actie te ondernemen. In het rapport staan daarom enkele voorstellen om het passend onderwijs te verbeteren voor zowel kinderen als ouders. Een daarvan is het faciliteren van kleinere klassen in het regulier onderwijs, iets dat ook al langere tijd wordt geuit door docenten. Ook stellen ze voor om een leerrecht in te richten, waardoor ieder kind recht krijgt op onderwijs en ontwikkeling. Om grip te krijgen op het leerlingenvervoer, raden ze aan om duidelijke kaders te stellen aan gemeenten. Nu is het nog zo dat per gemeente regels kunnen verschillen voor bijvoorbeeld de eigen bijdrage en hoe vaak kinderen vervoer naar school krijgen.
Kamerdebat
Op 21 mei was er een debat in de Tweede Kamer over het passend onderwijs. Alle partijen lijken het erover eens dat er echt iets moet gebeuren. Er wordt momenteel een wetsvoorstel voorbereid waarmee scholen en samenwerkingsverbanden meer ruimte krijgen op het gebied van onderwijstijd, -locatie en -bekostiging. Dit moet de deelname aan het onderwijs voor leerlingen met een ondersteuningsbehoefte verbeteren. Het streven is dat het wetsvoorstel eind dit jaar in internetconsultatie gaat. Verder ligt de Wet terugdringen schoolverzuim al bij de Tweede Kamer. Om het advies van de Raad van State te kunnen verwerken, verschuift de geplande inwerkingtreding van deze wet naar 1 januari 2026.
‘Passend onderwijs moet écht passend worden,’ zegt Lobke Vlaming, directeur van Ouders & Onderwijs. ‘Niet op papier, maar in de praktijk: voor ieder kind’.
Geef een reactie