
Sociaal ontwikkelbedrijven moeten hun werknemers met een arbeidsbeperking kunnen blijven belonen op basis van hun eigen cao, ook als deze werknemers worden uitgeleend aan andere bedrijven.
Hiervoor wordt het Besluit allocatie arbeidskrachten door intermediairs gewijzigd. Het besluit is op maandag 19 mei in internetconsultatie gegaan. Reageren is mogelijk via internetconsultatie.nl. Door een uitzondering te maken voor sociaal ontwikkelbedrijven wordt voorkomen dat zij niet langer volgens hun eigen cao kunnen belonen.
Het gewijzigde besluit hoort bij het wetsvoorstel Meer zekerheid flexwerkers. Dat wetsvoorstel is op 19 mei ingediend bij de Tweede Kamer.
In het besluit wordt verder uitgewerkt welke voorwaarden gelden om gebruik te kunnen maken van de, in het wetsvoorstel meer zekerheid flexwerkers, opgenomen mogelijkheid tot afwijking van de verplichting dat sprake moet zijn van gelijke of ten minste gelijkwaardige arbeidsvoorwaarden.
Van de afwijkingsmogelijkheid kunnen uitsluitend sociaal ontwikkelbedrijven gebruik maken. De afwijking geldt alleen voor werknemers met een indicatie WSW, of een indicatie beschut werk of voor werknemers die zowel onder de doelgroep banenafspraak als de cao aan de slag vallen en die vanuit een dienstverband bij een sociaal ontwikkelbedrijf ter beschikking worden gesteld.
Draaideurconstructies
Het uitgangspunt van de nieuwe wet Meer zekerheid flexwerkers is dat tijdelijke contracten alleen bedoeld zijn voor tijdelijk werk. Na een tijdelijk contract moeten werknemers sneller een vast dienstverband krijgen. In de huidige wet mag er na drie tijdelijke contracten zes maanden lang geen tijdelijk contract gegeven worden. Om draaideurconstructies tegen te gaan wordt deze termijn in de nieuwe wet vervangen door een termijn van vijf jaar. Ook mag er in de cao nog maar beperkt uitzonderingen op deze regel worden gemaakt.
Mensen die werken via een uitzendbureau krijgen recht op minimaal dezelfde arbeidvoorwaarden als mensen die regulier in dienst zijn. Ook worden de fases van uitzendwerk waarin je elke dag kan worden ontslagen of niet weet hoeveel uren je kan werken verkort van anderhalf jaar naar één jaar.
Oproepcontracten
In plaats van de nulurencontracten komt er een bandbreedtecontract. Daarin wordt er minimum- en een maximumaantal uren afgesproken, waarbij het verschil maximaal 130% is. Dit betekent dat bij een minimum van 10 uur het maximum 13 uur is. Oproepen die boven het maximum zitten mogen door de werknemer geweigerd worden. En als er structureel meer wordt gewerkt moet er een contract worden aangeboden met een hoger aantal uren.
Het is de bedoeling dat het wetsvoorstel ‘Meer zekerheid flexwerkers’ vanaf 1 januari 2027 van kracht is. Het onderdeel gelijke beloning voor uitzendkrachten kan al een jaar eerder in werking treden, op 1 januari 2026.
Geef een reactie