Nederland staat voor een enorme woningbouwopgave, die zich vooralsnog maar moeilijk laat oplossen. Demissionair minister Keijzer van VRO is nu van plan om gemeenten te ondersteunen bij hun grondbeleid, om ook langs deze weg de woningbouw aan te zwengelen. Ze heeft 390 miljoen euro beschikbaar gesteld voor de komende vier jaar.
Om de huidige krapte op de woningmarkt terug te dringen moeten er volgens het ministerie jaarlijks 100.000 woningen bij worden gebouwd. Daarvoor zijn al veel faciliteiten en plannen opgetuigd. Zo zijn in de Woondeals afspraken gemaakt met provincies en gemeenten over woningbouwdoelen. Daarnaast zijn er financiële regelingen, zoals de Woningbouwimpuls en het Gebiedsbudget. Nu komt Keijzer dus met plannen voor een effectiever grondbeleid. In een brief aan de Tweede Kamer van 14 juli 2025 schrijft zij: ‘Een meer actief grondbeleid met steun van het Rijk moet de snelheid van woningbouw vergroten en een betaalbaar woonprogramma mogelijk maken.’ De minister heeft afgelopen tijd een verkenning laten uitvoeren naar een regeling waarbij het Rijk gemeenten gaat ondersteunen bij ‘het innemen van een strategische grondpositie’.
Voorziening drukt op begroting
Uit verschillende eerdere onderzoeken is gebleken dat actief grondbeleid door gemeenten kan bijdragen aan groei van de woningbouw. Het is van belang voor de regie en snelheid van een project, maar kan ook zorgen voor de realisatie van meer sociale woningbouw. Toch wordt er steeds minder grond actief ontwikkeld. Gemeenten blijken niet altijd in staat om een actief grondbeleid te voeren. Ook stellen ze zich regelmatig terughoudend op vanwege de risico’s die grondbezit met zich meebrengen. Voor het risico van waardevermindering zijn gemeenten namelijk verplicht een voorziening aan te houden en die kan een fors beslag leggen op hun begroting en bestedingsruimte.
Meedelen in de risico’s
De nieuwe regeling ondersteunt de verwerving van grond en legt vast dat het Rijk gaat delen in de risico’s van de waardeontwikkeling van de grond. Dus niet alleen bij verlies, maar ook bij winst. Die eventuele winsten kan het Rijk weer opnieuw inzetten, zodat de regeling een revolverend karakter krijgt.
Om de regeling breed toegankelijk te houden voor gemeenten wil Keijzer aan de voorkant geen strenge selectiecriteria, waardoor wellicht goede projecten onterecht worden uitgesloten. Zij wil alleen sturen op type project en de verwachte resultaten. Op die manier maken bijvoorbeeld ook financieel kwetsbare gemeenten een kans met een goed woningbouwproject. De beschikbare middelen, 390 miljoen euro voor de komende vier jaar, zijn echter beperkt geeft de minister zelf aan. Daarom zullen er alsnog keuzes gemaakt moeten worden.
Meer duidelijkheid voor marktpartijen
Naast ondersteuning van het actief grondbeleid, wil Keijzer gemeenten ook een helpende hand bieden bij hun faciliterend grondbeleid. Bij die laatste vorm heeft een projectontwikkelaar de grond in handen en kunnen gemeenten verschillende instrumenten inzetten om gebiedsontwikkeling te faciliteren en de publieke kosten te dekken. Keijzer denkt dat ook hier ruimte is voor verbetering. Zo is het niet altijd duidelijk voor marktpartijen om in te schatten welke kosten zij zelf moeten gaan betalen. De minister komt met voorstellen die het kostenverhaal inzichtelijker moet maken voor marktpartijen. Die kunnen dat dan meenemen in hun investeringsbeslissing. Ook wil zij gemeenten helpen met het opstellen van de zogenoemde anterieure overeenkomsten met de projectontwikkelaar, waarin afspraken staan over financiële en ruimtelijke aspecten.
Derden inschakelen voor uitvoering
De uitvoering van de grondfaciliteit kan volgens Keijzer het beste worden belegd bij een derde partij, omdat zo’n partij meer mogelijkheden heeft om de middelen effectief in te zetten. Zij is daarover al in overleg met verschillende organisaties zoals de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO), het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten (SVn) en de Rijksvastgoeddienst.
De regeling zal de komende maanden verder worden uitgewerkt en als het aan Keijzer ligt begin 2026 operationeel worden. Deze snelle invoering wordt door SVn-voorzitter Arjan Gielen en hoogleraar gebiedsontwikkeling Erwin van der Krabben echter slecht haalbaar geacht. In het Financieel Dagblad stellen zij dat ‘bij veel woningbouwprojecten de grond al is verdeeld’. ‘Dat maakt het voor gemeenten lastig om ertussen te komen, zelfs met hulp van het Rijk.’




Geef een reactie