Het oplossen van de grote drukte op het elektriciteitsnet is cruciaal om door te kunnen gaan met de energietransitie en om plannen voor bijvoorbeeld economie, woningbouw en vervoer mogelijk te maken. Maar er zijn geen eenvoudige oplossingen.
Dit schrijft minister Hermans in een Kamerbrief over de aanpak van netcongestie.
Het kabinet werkt intensief samen met netbeheerders, medeoverheden en marktpartijen binnen het Landelijk Actieprogramma Netcongestie (LAN) en de versnellingsaanpak. Ondanks deze inspanningen nemen de wachttijden voor nieuwe of verzwaarde aansluitingen toe, vooral bij grootverbruikers, die inmiddels met 14.000 aanvragen in de wachtrij staan. Flexibele contracten worden nog niet breed opgepakt; het sluiten van werkbare afspraken kost veel tijd.
Schaarste is structureel
De brief constateert dat de situatie fundamenteel is veranderd en dat schaarste aan netcapaciteit structureel zal blijven. Er zijn geen eenvoudige oplossingen meer, wat een herbezinning vraagt op bestaande werkwijzen en uitgangspunten. De brief introduceert drie actielijnen voor structurele aanpak: Sneller Bouwen, Beter Benutten en Slimmer Inzicht. Het kabinet zet fors in op versnelling van de uitbreiding van het net (zoals met het hoogspanningsnet), maar signaleert dat fysieke ruimte en kosten begrenzingen opleggen. Maatschappelijke keuzes over prioriteit aan energie in ruimtelijke ordening zijn noodzakelijk om sneller te kunnen bouwen.
Tijdsafhankelijke tarieven
Onder de actielijn Beter Benutten wordt het belang van flexibel gebruik van het net benadrukt, zowel voor groot- als kleinverbruikers. De uitrol van flexibele transportcontracten voor grootverbruikers verloopt traag, terwijl juist met nieuwe flexproducten snel meer capaciteit beschikbaar kan komen. Voor kleinverbruikers wordt een toekomstbestendig systeem voorbereid waarin tijdsafhankelijke tarieven (prominent: vier piek- en daltarieven) consumenten moeten stimuleren om stroom buiten piekuren te gebruiken.
Slimmer Inzicht heeft betrekking op landelijke eenduidigheid in prognoses, infrastructuurplanning en het versnellen van procedures, zodat beter kan worden gestuurd op waar en wanneer nieuwe aansluitcapaciteit nodig is. Het kabinet onderstreept dat moed en samenwerking vereist zijn om bestaande uitgangspunten te herzien, barrières te doorbreken en politieke keuzes te maken.
Ook wordt nog gekeken of het mogelijk is om het bestaande energienetwerk zwaarder te belasten dan tot nu toe gebeurt. Het gevaar bestaat dat dan stroom vaker uitvalt. Dat risico moeten we maar nemen, zegt Hermans in De Telegraaf: “De vraag is nu of we bereid zijn om daar een beetje op in te leveren, om daarmee meer ruimte te creëren”.
De Kamer zal in maart 2026 met een integrale rapportage over de LAN-voortgang worden geïnformeerd.
Het Nationaal Programma Regionale Energiestrategie (NP RES) heeft onlangs een onderzoek gepubliceerd hoe gemeenten en provincies kunnen sturen op woningbouwontwikkelingen bij
netcongestie.




Geef een reactie