De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft een nieuw beoordelingskader vastgesteld voor verzoeken om persoonsgegevens aan te passen in de basisregistratie personen (BRP).
Deze zogenoemde rectificatieverzoeken leiden vaak tot bewijsproblemen, vooral wanneer inwoners buitenlandse documenten overleggen waarvan de echtheid moeilijk te beoordelen is.
Drie stappen
Volgens het nieuwe kader moeten gemeenten dergelijke verzoeken in drie stappen beoordelen.
Als eerste stap moet de aanvrager aannemelijk maken dat het document een zogenoemd brondocument is. Het moet gaan om een officieel buitenlands document dat volgens de regels is opgesteld door een bevoegde buitenlandse instantie. Een geboorteakte of een paspoort is een brondocument, maar onder voorwaarden kan een kopie, uittreksel of afschrift ook een brondocument zijn.
Als sprake is van een brondocument, moet in de tweede stap worden beoordeeld of de gegevens die daarin staan ook juist zijn. Als een college van burgemeester en wethouders daaraan twijfelt, ligt het op zijn weg om aannemelijk te maken dat de buitenlandse instantie geen behoorlijk onderzoek heeft gedaan naar de feiten toen zij het document verstrekte. Als het college dat niet aannemelijk kan maken of als het geen twijfels heeft over de gegevens die in het brondocument staan, dan staat de rechtsgeldigheid van het brondocument vast.
In de derde stap moet aannemelijk zijn dat de gegevens in het document ook echt betrekking hebben op de aanvrager. Heeft het college daar gemotiveerde twijfels over, dan ligt het op de weg van de aanvrager om aannemelijk te maken dat hij of zij degene is over wie het document gaat. Dat kan bijvoorbeeld met DNA-onderzoek. Als de gegevens in het document worden bevestigd door de gegevens in een paspoort, dan ligt het op de weg van het college van burgemeester en wethouders om aannemelijk te maken dat het document niet over de aanvrager gaat.
De overzichtsuitspraak gaat over een vrouw die in China werd geboren. Zij had het college van burgemeester en wethouders van Hilversum gevraagd om onder meer haar geboortedatum en achternaam aan te passen in de basisregistratie personen. Ze had daarvoor een groot aantal documenten ingediend die haar nieuwe identiteit moesten bewijzen. Het college wees haar verzoek af. Uit de documenten zou niet ‘buiten redelijke twijfel’ volgen dat de daarin opgenomen gegevens juist zijn. De Afdeling bestuursrechtspraak komt tot een ander oordeel. Met toepassing van het nieuwe beoordelingskader oordeelt zij dat de gegevens uit het Chinese paspoort van de vrouw ‘buiten redelijke twijfel’ vaststaan. Gevolg van de uitspraak is dat het college van burgemeester en wethouders van Hilversum binnen vier weken de identiteitsgegevens van de vrouw moet wijzigen in de basisregistratie personen.
Bij dit nieuwsbericht zit een stroomschema waarin het nieuwe beoordelingskader schematisch is weergegeven.






Geef een reactie